Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 6, - werkwoorden
Schrijf het woord goed:
1 / 28
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Spelling
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Schrijf het woord goed:
Slide 1 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf het woord goed:
Slide 7 - Question ouverte
Hoe schrijf je de ik-vorm tegenwoordige tijd?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe schrijf je de jij/hij/zij-vorm tegenwoordige tijd?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe schrijf je de meervoud-vorm tegenwoordige tijd?
Slide 10 - Question ouverte
Morgen _____ ik de hele dag. (fluisteren, tt)
Slide 11 - Question ouverte
Noortje __________ wie het heeft gedaan. (vemoeden, tt)
Slide 12 - Question ouverte
De kinderen _____ elkaar in de tuin. (ontmoeten, tt)
Slide 13 - Question ouverte
Jij _____ in rijkdom. (leven, tt)
Slide 14 - Question ouverte
Zwakke
werkwoorden
Slide 15 - Carte mentale
Welk 'ezelsbruggetje' gebruiken we bij de verleden tijd van zwakke werkwoorden?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe beslis je met welke letter je in
't kofschip x moet kijken?
Slide 17 - Question ouverte
Welke letters tellen niet mee?
Slide 18 - Question ouverte
Welke twee uitgangen heb je achter zwakke werkwoorden in de verleden tijd?
Slide 19 - Question ouverte
Welke uitgang krijg je als de laatste letter in 't kofschip x staat?
A
-te(n)
B
-de(n)
Slide 20 - Quiz
Welke uitgangen kun je gebruiken bij meervoud?
A
-te en -de
B
-ten en -den
Slide 21 - Quiz
Achter welke vorm schrijf je -te(n) of
-de(n)?
A
hele werkwoord -en
B
ik-vorm
C
jij/hij/zij-vorm
D
wij/jullie/zij-vorm
Slide 22 - Quiz
Jij _____ vorig jaar over haaien. (dromen, vt)
Slide 23 - Question ouverte
Jullie _____ de opmerking niet zo gemeen. (bedoelen, vt)
Slide 24 - Question ouverte
Vroeger _____ jij niet alle ruimte in je schrift. (benutten, vt)
Slide 25 - Question ouverte
Mario _____ mijn maat schoenen. (raden, vt)
Slide 26 - Question ouverte
woorden met -teit
Slide 27 - Carte mentale
woorden met -tijd
Slide 28 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Engelse werkwoorden 1
Octobre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Engelse werkwoorden
Juin 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Engelse werkwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging Werkwoordspelling
Mai 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13