les 6 herh ww -er + ontkenning + getallen

Les buts et le planning d'aujourd'hui
(ch3) Ik kan het werkwoord être gebruiken;
            écouter une chanson + corriger les exercices
(ch2) Ik kan een werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd;
             faire un quizzzz
(ch2) Ik ken woorden die te maken hebben met eten;
             jeu de mémoire
(ch2) Ik kan een zin ontkennend maken;
             faire un quizzzz



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les buts et le planning d'aujourd'hui
(ch3) Ik kan het werkwoord être gebruiken;
            écouter une chanson + corriger les exercices
(ch2) Ik kan een werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd;
             faire un quizzzz
(ch2) Ik ken woorden die te maken hebben met eten;
             jeu de mémoire
(ch2) Ik kan een zin ontkennend maken;
             faire un quizzzz



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Corriger les exercices
On va corriger les exercices:

MH: 16e, 17b, 18
HV: 17c, 17d, 18

Slide 4 - Diapositive

Regardez la grammaire
Bekijk de grammatica over het ww op -er (bron D ch2)
We gaan hier over 2 minuten vragen over beantwoorden.

  • Rangez vos affaires!!!
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Vervoeg het werkwoord:
Je ______ (chercher) le chien.
A
chercher
B
cherchers
C
cherches
D
cherche

Slide 6 - Quiz

Vervoeg het werkwoord:
Ils ______ (regarder) la télé.
A
regarderent
B
regardent
C
regarde
D
regardes

Slide 7 - Quiz

Vervoeg het werkwoord:
Ellen et moi, nous ______ (écouter) la radio ensemble.
A
écouterons
B
écoutes
C
écoutons
D
écouter

Slide 8 - Quiz

Vervoeg het werkwoord:
Sophie ______ (chanter) avec son amie.
A
chante
B
chanteres
C
chantez
D
chantons

Slide 9 - Quiz

Jeu de mémoire
De docent noemt een woord op dat te maken heeft met eten. Jij zoekt dit 'woord' op in je huis en laat het zien voor de camera. 
Wees zo snel mogelijk!

Slide 10 - Diapositive

Regardez la grammaire
Bekijk de grammatica over de ontkenning (bron H ch2)
We gaan hier over 2 minuten vragen over beantwoorden.

  • Rangez vos affaires!!!
timer
2:00

Slide 11 - Diapositive

Welke zin is correct?
Je trouve le chien
A
Ne pas je trouve le chien.
B
Ne je pas trouve le chien.
C
Je ne pas trouve le chien.
D
Je ne trouve pas le chien.

Slide 12 - Quiz

Welke zin is correct?
Elle travaille dans une boulangerie.
A
Elle travaille ne dans pas une boulangerie.
B
Elle ne travaille pas dans une boulangerie.
C
Elle travaille dans une ne boulangerie pas.
D
Elle ne travaille dans pas une boulangerie

Slide 13 - Quiz

Welke zin is correct?
Luca aime préparer le dessert.
A
Luca n'aime pas préparer le dessert.
B
Luca aime n'préparer pas le dessert.
C
Luca ne aime préparer le dessert pas.
D
Luca ne pas aime préparer le dessert.

Slide 14 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
J'aime les maths

Slide 15 - Question ouverte

Tuyaux pour le test:
Maak de 'bilan' (oefentoets). Staat online aan de zijkant!
Begin alsjeblieft niet 2 dagen van tevoren. 
Laat je ouders of een vriend/vriendin je overhoren!
Begin niet gelijk met Quizlet, leer eerst de woorden uit je boek.
Lees het document wat ik via magister
heb gestuurd!

Slide 16 - Diapositive