Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Je hebt nodig:
* pen
* papier
* laptop of mobiel
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Redactiesommen
Dit ga je in deze les doen:
1. Lees de verhaaltjes goed door.
2. Welke cijfers heb ik nodig om de som te maken.
3. Wat voor een soort som is het? x + - :
4. Schijf de som op.
5. Reken de som uit
6. Vul het antwoord in.
Slide 3 - Diapositive
5 kinderen hebben samen een briefje van 50 euro. Ze kopen alle 5 een kaartje voor het zwembad. Ze hebben precies genoeg. Hoe duur was ieder kaartje? ______ euro
Slide 4 - Question ouverte
De groentenkraam op de markt leverde vandaag 7021 euro winst op. De notenkraam ernaast leverde een winst op van 6996 euro. Hoeveel euro leverde deze minder op dan de groentekraam? _____euro
Slide 5 - Question ouverte
Annabel verzamelt kaarten in een album. In het album passen 250 kaarten. Ze heeft er al 172. Hoeveel kan ze nog sparen voor het album vol is? ______ kaarten
Slide 6 - Question ouverte
Een cd kost €12.50. Sarah betaalt met 15 euro. Hoeveel krijgt zij terug?
A
2 euro en 5 cent
B
2 euro en 50 cent
C
5 euro en 2 cent
D
5 euro en 20 cent
Slide 7 - Quiz
Zebib koopt een tablet van 680 euro. Zij krijgt 250 euro korting. Hoeveel moet Zij betalen? ___euro
Slide 8 - Question ouverte
Sven heeft 480 gram suiker. Hij gebruikt 155 gram voor het maken van een appeltaart. Hoeveel gram houdt hij over? _____gram
Slide 9 - Question ouverte
"Als we nog 2 stoelen verkopen hebben we deze week 300 stoelen verkocht", zegt de marktverkoper. Hoeveel stoelen zijn er tot nu toe verkocht? ______stoelen
Slide 10 - Question ouverte
3 kilo aardbeien kost 15 euro. Hoeveel moet moeder betalen voor 4 kilo? ____ euro
Slide 11 - Question ouverte
Evans doet vakantiewerk en verdient iedere dag 15 euro. Hoeveel dagen moet hij werken om een fiets van 150 euro te kunnen kopen?
A
100 dagen
B
20 dagen
C
15 dagen
D
10 dagen
Slide 12 - Quiz
Yahya komt om half 8 uit bed. Om kwart voor 9 moet hij klaar zijn om naar school te gaan. Hoeveel MINUTEN heeft hij om zich klaar te maken?
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Yakeen, Fanueal en Mahmood verdelen samen 90 snoepjes. Hoeveel krijgt ieder? _____ snoepjes
Slide 14 - Question ouverte
Op een spaarkaart passen 25 zegels. Solomiueal heeft 356 zegels. Hoeveel spaarkaarten kan hij vol maken?
Slide 15 - Question ouverte
Over precies 168 dagen is Muna weer jarig heeft ze uitgerekend. Precies 3 weken later wil ze weer weten hoeveel dagen het nog duurt. Hoeveel dagen duurt het dan nog ? _____dagen
Slide 16 - Question ouverte
Ice koopt een stereoset van 420 euro. Daarbij koopt hij nog eens geluidsboxen van 133 euro. Hoeveel euro moet hij betalen? _____ euro
Slide 17 - Question ouverte
De moeder van Amar koopt voor haar verjaardag 4 cadeautjes van 9 euro en drie cadeautjes van 7 euro. Hoeveel moet ze betalen? ______ euro