Groen les 5

Begintaak                       Je hebt hiervoor 5 minuten

Waar denk je aan als je het woord  moestuin hoort?
Schrijf 5 dingen op.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Begintaak                       Je hebt hiervoor 5 minuten

Waar denk je aan als je het woord  moestuin hoort?
Schrijf 5 dingen op.

Slide 1 - Diapositive

Planten
De vaste plant heeft als eigenschap dat het ieder jaar opnieuw in bloei staat en eventueel groter wordt. 
De 1 jarige planten doen het maar 1 jaar dus elk jaar moet je de plant vervangen,omdat de plant dood gaat. 

Slide 2 - Diapositive

Kruiden en groenten en fruit
Dit zijn de eetbare planten zoals we dat noemen. Je kunt ze gebruiken in de keuken of zomaar ervan eten of drinken. 
Je hebt dus eetbare en niet- eetbare planten, dus altijd goed opletten en niet zomaar alles in je mond stoppen.

Slide 3 - Diapositive

Je hebt vaste planten en je hebt 1 jarige planten.
Wat is een belangrijk verschil?

Slide 4 - Question ouverte

Kun jij een eetbare plant opschrijven?

Slide 5 - Question ouverte

Welke belangrijke verschillen zijn er nog meer bij planten?

Slide 6 - Question ouverte

Wat heb ik nodig om te zaaien?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Vooruitkijken 
Les 1: Uitleg opdracht, groepjes maken en boodschappenlijstjes maken
Les 2: Zaaien van de kruiden
Les 3: Wat zijn zaden en wat doen kruiden? 
Les 4: Wedstrijd kruidenboter maken  
Les 5: Presentatie voor bereiden
Les 6 Reflecteren, Wat heb ik geleerd? 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag 
Alles klaar zetten 
Zaaibak pakken 
Labels schrijven 
Aan de slag 

Slide 11 - Diapositive

Heb ik water nodig om te groeien?
A
JAAAAAAAAA
B
NEEEEEEEEE
C
EEN DRUPPEL
D
DAT KOMT MORGEN WEL

Slide 12 - Quiz

Heb ik licht nodig om te groeien?
A
NEEEEEEE
B
JAAAAAAAA
C
ALLEEN IN DE AVOND
D
OVERDAG ALLEEN

Slide 13 - Quiz

Heb ik zuurstof nodig om te groeien?
A
NEEEE IK HEB NIKS NODIG
B
JAAA IK BEN GEK OP ZUURSTOF
C
NEEEEEEEE IK HE CO2 NODIG

Slide 14 - Quiz

Wat maak ik als ik groei?
A
BLAD -ZUURSTOF -GLUCOSE (SUIKER)
B
CO2 -GLUSCOSE- ETEN VOOR DE PLANT
C
ZUURSTOF -GLUCOSE
D
GLUCOSE - BLAD

Slide 15 - Quiz

Wat ging er goed vandaag?
Waarom ging dat goed?

Slide 16 - Question ouverte

Wat ging er niet goed?
Waarom ging dat niet goed?

Slide 17 - Question ouverte