Mercredi le 18 décembre (H2c-s51)
1 / 18
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
0
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent:
le sapin?
le sapin?
A
het konijn
B
de maretak
C
de kerstboom
D
de kerstman
Slide 7 - Quiz
Wat betekent:
la neige?
la neige?
A
de sneeuw
B
de regen
C
de kerstboom
D
de kerstman
Slide 8 - Quiz
Wat betekent "le nouvel an"?
A
verjaardag
B
nieuwjaar
C
ster
D
licht
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
la Saint-Sylvestre?
la Saint-Sylvestre?
A
kerstmis
B
oudejaarsavond
C
nieuwjaar
D
gelukkig nieuwjaar
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?
Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre
Slide 12 - Quiz
Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
A
Les Pays-Bas
B
La France
Slide 13 - Quiz
Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre
Slide 14 - Quiz
Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
het kindje Jezus
D
de kerstman
Slide 15 - Quiz
Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn
