Les 1

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Media - §1 communicatie

§1 - Communicatie en media

Planning

Lesuur 1

• Afspraken LessonUp 
• 1.1 Waarom communiceren we?

Lesuur 2

• 1.2 De media en de samenleving

Afspraken LessonUp

• Je volgt de icoontjes.
• Bij onrechtmatig gebruik: blauwe kaart (2 uur nakomen).
• Slecht laptop/telefoongebruik tijdens de les? Uitsluiting gebruik ervan.

Werken met LessonUp

Aantekening voor het examen

Opdracht

Meer informatie

Bronnen

Je mag je device gebruiken

Je mag samenwerken

Je moet je oortjes gebruiken

Je werkt zelfstandig

Examenvraag

Je werkt in stilte

1.1 Waarom communiceren we?

Directe en indirecte communicatie

• directe communicatie: face-to-face contact (taal en gebaren). In dezelfde ruimte

• indirecte communicatie: telefoon, computer, krant, televisie. Niet in dezelfde ruimte.

Verbale en non-verbale communicatie

• verbale communicatie: gesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

• non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 

(ongeveer 90%)

Eenzijdige en meerzijdige communicatie

• eenzijdige communicatie: Je bent of de zender of de ontvanger

• meerzijdige communicatie: Je bent zender en ontvanger

Nieuws volgen

Graag zou ik willen dat je dit jaar via een social media platform een nieuwsaccount gaat volgen.

Tips:

@NOSstories

@NOSop3

Maken

Blz 13: 2/3

Klaar? Huiswerk voor een ander vak maken, of verder werken aan §1

(Vergeet de padlet niet!)

Begrippen uit deze les

• communiceren
  
• zender
• boodschap
• ontvanger
• medium
• ruis
• directe- en indirecte communicatie
• verbale- en nonverbale communicatie
• eenzijdige en meerzijdige communicatie

1.2 De media en de samenleving

Kenmerken massamedia

1. Openbaar en voor ‘iedereen’ bereikbaar
   
2. Indirect: alleen achteraf reageren
   
3. Eenzijdig: niet bekend wie ontvangers zijn
   
4. Geen persoonlijk contact
   
5. Geen directe feedback: geen controle of het is overgekomen
   

Maken

Blz 13: 2/3

Blz 15: 5/8

Blz 16: 9/10

Blz 17: 11

Blz 18: 15

Klaar? Huiswerk voor een ander vak maken.

(Vergeet de padlet niet!)

Je werkt zelfstandig