Vocabulary list practice
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is de vertaling van:
harbour
harbour
A
haven
B
kust
C
uitzicht
D
gebied
Slide 2 - Quiz
Wat is de vertaling van:
A.M.
A.M.
A
12:00 tot 00:00
B
00:00 tot 12:00
C
tussen de middag
D
middernacht
Slide 3 - Quiz
Wat is de vertaling van:
pollution
pollution
A
vervuiling
B
afval
C
weg gooien
D
bestuiven
Slide 4 - Quiz
Wat is de vertaling van:
prescription
prescription
A
maaltijd
B
opschrijven
C
recept
D
formule
Slide 5 - Quiz
Wat is de vertaling van:
Employer
Employer
A
werknemer
B
solliciteren
C
werkloos
D
werkgever
Slide 6 - Quiz
Unscramble the letters:
TBU
TBU
Slide 7 - Question ouverte
Unscramble the letters:
VEERWHO
VEERWHO
Slide 8 - Question ouverte
Unscramble the letters:
gelloce
gelloce
Slide 9 - Question ouverte
Unscramble the letters:
RODACICNG TO
RODACICNG TO
Slide 10 - Question ouverte
Unscramble the letters:
iccanted
iccanted
Slide 11 - Question ouverte
Unscramble the letters:
taipror
taipror
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal:
breathe
breathe
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal:
flu
flu
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal:
audience
audience
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal:
entrance
entrance
Slide 16 - Question ouverte
huren
Overtuigd
vertrek
departure
angstig
bericht
bonnetje
Beroep
Message
anxious
Convinced
hire
receipt
Occupation
Slide 17 - Question de remorquage
Vertaal:
gefrituurd
gefrituurd
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal:
knoflook
knoflook
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal:
vegetariër
vegetariër
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal:
camping
camping
Slide 21 - Question ouverte
Although / Therefore / However / In addition / In short
Are examples of what type of words?
Are examples of what type of words?
