Vochtbalans

Vochtbalans



Vochtbalans
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 2 min

Éléments de cette leçon

Vochtbalans



Vochtbalans

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na het einde van de les kan de student benoemen wat:

- Waarom het belangrijk is om een vochtbalans bij te houden
- Een positieve en negatieve vochtbalans is
- Bij welke ziektebeelden je een vochtbalans start

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vochtbalans bijhouden is een hulpmiddel bij het controleren of een zorgvrager niet uitdroogt
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee symptomen van uitdroging
A
veel urineproductie
B
hoofdpijn
C
afgenomen elasticiteit vd huid
D
geen dorst

Slide 5 - Quiz

Bij uitdroging is het van belang de vochtbalans aan te vullen > dit komt volgende week
Een slechte huidturgor duidt op een positieve vochtbalans
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Braken is een reden voor het starten van een vochtbalans.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreek je van een negatieve vochtbalans?
A
Meer vocht in dan uit.
B
Meer vocht uit dan in.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een positieve vochtbalans past bij?
A
hartfalen, nierinsufficiëntie
B
brandwonden, bloedverlies
C
diuretica (plasmedicatie), brandwonden
D
koorts/zweten/ snelle ademhaling

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft een zorgvrager een positieve vochtbalans( bv + 500ml) dan heeft hij 500ml te weinig gedronken
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dehydratie?
A
uitdroging
B
ondervoeding
C
bloedvergiftiging
D
zuurstofgebrek

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen uitrekenen vochtbalans
De heer Jansen dronk vandaag twee kopjes thee (à 125 ml), drie kopjes koffie (à 125 ml), twee bekers melk (à 175 ml), vier glazen water (à 150 ml), een kop soep (à 250 ml) en een bakje yoghurt (à 200 ml).

Hij plaste 400 ml, 350 ml, 300 ml en 350 ml. Daarnaast is er uitscheiding via transpiratie, ademhaling en ontlasting. Dat is ongeveer 500 ml.
Wat is zijn vochtbalans?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Zijn er nog vragen??







Zijn er nog vragen??

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions