3.6 Schap- en displaypresentatie

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 4

H3 Presentatie

3.6 Schap- en displaypresentatie

Leerdoelen

Leerdoelen

Wat je leert in dit hoofdstuk:

- Je kent de betekenis van de winkelpresentatie als retailinstrument.

- Je onderstreept het belang van een goede huisstijl en benoemt de

verschillende onderdelen ervan.

- Je legt uit hoe je met (de onderdelen van) het winkelinterieur en

winkelexterieur de aandacht van de klant trekt.

- Je begrijpt welke functie een presentatieplan heeft en licht de

verschillende soorten presentatieplannen toe.

- Je legt uit hoe je met de schap- en displaypresentatie de

attentiewaarde verhoogt.

- Je weet hoe je de artikelpresentatie onderhoudt en vernieuwt.

Schap- en displaypresentatie

• Presentatiehoogte: bukhoogte, grijphoogte, ooghoogte en reikhoogte
  
• Gouden schap
  
• Horizontale facing: zichtbare voorkant van artikel in schap naast elkaar
  
• Verticale facing: zichtbare voorkant van artikel in schap naast onder elkaar
  

Schap- en displaypresentatie

Attentiewaarde verhogen:

• brandpunt
  
• eyecatcher
  

Presentatie-ingang: manier waarop klant de presentatie benadert

Welke artikelen hebben de meeste attentiewaarde? Is dat verschillend per doelgroep?

Schap- en displaypresentatie

Presentatie-ingang: manier waarop klant presentatie benadert om artikelen te vinden die hij zoekt

Plaatsingsverbanden: combinatieplaatsing, gescheiden plaatsing
Presentatievormen:

• horizontaal
  
• verticaal
  
• frontaal
  
• lateraal
  

Schap- en displaypresentatie

Display: opvallende presentatie

Soorten displays:

• massdisplay: opvallende presentatie groot aantal artikelen
  
• classdisplay: stijlvolle presentatie enkele artikelen
  

Enkele displayvormen:

• eilanddisplay
  
• kopdisplay of einddisplay
  
• wanddisplay
  

Wat kun je zeggen over de soorten en vormen van displays in de video?

Schap- en displaypresentatie

Schaprendement: rendement dat voor een bepaald product gereserveerde ruimte oplevert.

Schapelasticiteit: invloed die de voor een bepaald product gereserveerde schapruimte heeft op de omzet van dat product

• >0, positieve invloed op omzet
  
• = 0, geen invloed op omzet
  
• <0, negatieve invloed op omzet
  

Wat kun je met de berekende schapelasticiteit?

Aan de slag

1. Lees de theorie van 3.6
2. Maak op het leerplatform de vragen en opdrachten bij deze paragraaf.