Nederlands les 4 - periode 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Nederlands les 4 - 3F

Docent Anjali Sneep-Deuzeman

WELKOM

* Telefoon in de telefoontas

* Laptop dicht op tafel
s.v.p.

Agenda:

1. Herhaling schrijftips

2. De opdrachten:
3F = het betoog
Tijd over? Dan Taalblokken
 

3. Elkaar beoordelen

4. Afsluiten en vooruit kijken.

Doelen:

Aan het einde van deze les:

- heb je geoefend met één of meerdere examenopdrachten en kun je minimaal twee kenmerken van de schrijfopdracht benoemen.

- heb je een beoordeling uitgevoerd van een schrijfopdracht en kun je minimaal één punt van beoordelen benoemen. 

Wakker worden!

Cijfers & herhaling goed of fout

Het maakt mij niet uit, zolang het maar gebeur...

1. gebeurt
2. gebeurd
3. gebeurdt

Wat is de juiste spelling?

1. Houd hij van me?
2. Houdt hij van me?

Welke spelling is juist?

1. pannekoek
2. pannenkoek

Wat is het meervoud van melodie?

1. Melodieën
2. Melodiën

Wat betekent: "Weerleggen"?

De opdrachten

3F = het betoog

Opdracht: Schrijf een betoog

Gebruik één van onderstaande stellingen:

• De hoogte van de zorgpremie moet afhankelijk zijn van je leefstijl.
• Gewelddadige games moeten verboden worden.
• Het maken van reclames voor alcohol moet worden verboden.
• Alle energie moet voortaan zonne-energie zijn.
• Nederland moet zich losmaken van de Europese Unie.
• Appen op de fiets moet verboden worden. 
• Middelbare scholieren moeten gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
• Iedereen moet orgaandonor zijn. 
• De voorgenomen bezuinigingen mogen niet doorgaan.
• De Nederlandse overheid moet de verkoop van tabakswaren verbieden.

Hoe verzin je zelf een stelling?

• Stelling is kort en krachtig
• Een stelling is zo eenvoudig mogelijk
• Er mag geen ontkenning in staan
• Je moet iets verzinnen waar mensen het oneens over kunnen zijn
• Er mag geen argument in de stelling staan

Het betoog:

• een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
• een betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling
• een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen    
• je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken

Titel

Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 

               Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

• Betoog
• Je geeft je mening 
  
  
• Stelling nodig
  
  
• Argumenten 
  
  
• Duidelijke conclusie

• Overtuigende tekst
• De ander overtuig je     door jouw argumenten
• Zin waarover je van mening kunt verschillen
  
• Uitleg en voorbeeld geven
  
  
• Conclusie in het slot

Klaar?

Dan beoordelen schrijfopdracht klasgenoot.

Beoordelen

1) Loop stap voor stap door:
wat je per punt goed vindt en waarom...
of
wat beter kan en waarom.

2) Formuleer één aandachtspunt of tip voor de ander.

De schrijfopdrachten beoordelen

Afsluiten:

Aan het einde van deze les:

- Welke schrijfopdracht(en) heb jij gemaakt. Benoem eens één punt wat goed ging.

- Benoem eens één punt waar je verder mee wilt gaan oefenen. 
- Welk punt heb je bij de ander (zonder namen te noemen) gezien waarmee hij/zij nog moet oefenen?

Volgende week:

Opdrachten maken & elkaar beoordelen.