Chapitre 5E

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Uit welke twee woordjes bestaat de ontkenning in het Frans?

Slide 2 - Carte mentale

Rappel!
Herhaling uit de brugklas:

Nederlands: NIET of GEEN 
Frans: NE .... PAS

Beide delen van de ontkenning heb je nodig.
Je schrijft ze rondom de persoonsvorm (PV)

Slide 3 - Diapositive

In welke zin wordt de ontkenning correct gebruikt?
A
Je suis ne pas le prof.
B
Je ne suis le prof.
C
Je ne suis pas le prof.
D
Je n' suis pas le prof.

Slide 4 - Quiz

In welke zin wordt de ontkenning correct gebruikt?
A
Je ne aime la pizza.
B
Je ne aime pas la pizza.
C
Je n'aime la pizza.
D
Je n'aime pas la pizza.

Slide 5 - Quiz

In welke zin wordt de ontkenning correct gebruikt?
A
Je vais ne pas voyager.
B
Je ne vais pas voyager.
C
Je vais ne voyager pas.
D
Je ne vais voyager pas.

Slide 6 - Quiz

Rappel!
NE ... PAS: de PV begint met een medeklinker.
Je ne suis pas le prof (= Ik ben de docent niet).

N' ... PAS: de PV begint met een klinker of stomme h.
Je n'aime pas la pizza (= Ik houd niet van pizza).

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de ontkenning op de juiste plek: Tu regardes la télé.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de ontkenning op de juiste plek: Marie habite à Nice.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de ontkenning op de juiste plek: Nous sommes ici.

Slide 10 - Question ouverte

Attention!
Il y a un restaurant (= Er is een restaurant).
Il n'y a pas de* restaurant.

C'est génial! (= Dat is gaaf!)
Ce n'est pas génial!

*un/une veranderen in 'de' na een ontkenning. 

Slide 11 - Diapositive

Schrijf de ontkenning op de juiste plek: C'est possible.

Slide 12 - Question ouverte

Nouveau!
Er zijn nog andere ontkenningen. Die werken hetzelfde!

- Niet meer =   NE ... PLUS
- Nooit =            NE ... JAMAIS
- Niets =            NE ... RIEN
- Nog niet =     NE ... PAS ENCORE

Slide 13 - Diapositive

Max adore la quiche.
(niet meer)
A
Max n'adore jamais la quiche.
B
Max n'adore plus la quiche.
C
Max n'adore pas encore la quiche.
D
Max n'adore rien.

Slide 14 - Quiz

Je prends le médicament.
(nog niet)
A
Je ne prends jamais le médicament.
B
Je ne prends plus le médicament.
C
Je ne prends pas encore le médicament.
D
Je ne prends rien.

Slide 15 - Quiz

Je suis en forme.
(nooit)

Slide 16 - Question ouverte

Tu bouges beaucoup.
(niet meer)

Slide 17 - Question ouverte

E Regarder
On regarde le film ensemble

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Au travail!
Exercices:
20 A, B, C, D
21
22
Huiswerk: Leren voca E
Let op! Volgende week is er een SO over ABCD!

Slide 20 - Diapositive