Herhaling moeilijke onderwerpen

WELKOM!
Klas 4GT
Biologie
Fleur de Goede 
Gde@sgdc.nl
To do:
  • Laptop ingelogd LessonUp
  • Aantekeningenschrift erbij pakken 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

WELKOM!
Klas 4GT
Biologie
Fleur de Goede 
Gde@sgdc.nl
To do:
  • Laptop ingelogd LessonUp
  • Aantekeningenschrift erbij pakken 

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
Aandacht voor elkaar
Actief meedoen
Als ik praat……

Nog iets wat ik mis?

  • Elke les meenemen: Aantekeningenschrift, opgeladen laptop, boekje basisinformatie 
  • Huiswerk niet af  = verlengde dag 



Slide 2 - Diapositive

Deze les:
- voorstellen

Lesplanning
  • Uitleg moeilijke onderwerpen (niet alles, maar waar de meeste stemmen voor waren) 
  • Antistof/antigen
  • Bloedgroepen
  • Kruisingsschema 
  • Opdracht examen 
Af einde vd les:
  • Oefentoets moeilijke woorden 

Slide 3 - Diapositive

Afweer 
  • Immuunsysteem herkent ziekteverwekkers aan antigenen
  • antigenen zijn eiwitten op buitenkant ziekteverwekker
  • Infectie: ziekteverwekkers dringen lichaam binnen, geven giftige stoffen af en vermenigvuldigen zich








  • Koorts: tegengaan ontwikkeling ziekteverwekkers en versnellen afweerreacties

Slide 4 - Diapositive

Witte bloedcellen maken antistoffen aan. 1 type antistof kan aan 1 type antigeen hechten = specifieke afweer
Iedere ziekteverwekker heeft andere antigenen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Immuun=niet ziek worden, omdat witte bloedcellen vrijwel onmiddellijk antistof kunnen maken voor een ziekteverwekker waarmee je al eens bent besmet












1e infectie: ziek. Lichaam heeft tijd nodig om antistoffen aan te maken
Natuurlijke immuniteit

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Kunstmatige immuniteit
  • Vaccinatie: dood of verzwakte ziekteverwekker, antigenen van ziekteverwekker of stof die zorgt dat lichaam antigenen van ziekteverwekker zelf gaat maken
  • Witte bloedcellen maken antistoffen-> immuun voor ziekte

Slide 9 - Diapositive

Immuniteit
  • Actieve: lichaam maakt zelf antistoffen
  • Passieve: Inspuiten serum met antistoffen
  • serum is bloedplasma met antistoffen

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof 2 ziekteverwekker 3 antigeen
B
1 antigeen 2 ziekteverwekker 3 antistof
C
1 ziekteverwekker 2 antistof 3 antigeen
D
1 antigeen 2 antistof 3 ziekteverwekker

Slide 11 - Quiz

Kan je ons immuunsysteem een handje helpen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Vaccineren is een voorbeeld van....
A
Actieve immuniteit
B
Natuurlijke immuniteit
C
Passieve immuniteit
D
Kunstmatige immuniteit

Slide 13 - Quiz

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam is een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 14 - Quiz

Antigenen of antistoffen?
...... zijn specifiek gericht tegen één bepaalde ziekteverwekker.
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 15 - Quiz

Bloed
  • bloed is de vloeistof in ons lichaam.
  • we hebben ongeveer 5 a 6 liter bloed.
  • functie oa.: transport van stoffen, zoals zuurstof, voedingsstoffen en CO2

Slide 16 - Diapositive

Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 17 - Diapositive

Bloedgroepen
Er zijn 4 bloedgroepen:
  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O
ABO-systeem:

  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O

Slide 18 - Diapositive

Rhesus factor
= antigen op een rode bloedcel 

Rhesus positief (Rh+) heeft wel de rhesusfactor. 

Mensen met Rh- hebben geen rhesusantigeen, maar ook (nog) geen antistoffen tegen rhesus.
Rhesusfactor

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Oefentoets moeilijke onderwerpen 


timer
25:00
Tips:
Van de leerdoelen een samenvatting maken!

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Aan de slag 
  • Eerste 30 minuten aan de slag met de examenvragen (in stilte) (13 vragen)
Na deze 30 minuten gaan we de opdrachten nakijken. 


Klaar? Verder leren voor het examen! 

timer
30:00
PO:
- Vrouwelijk voortplantingsstelsel
- Mannelijke voortplantingsstelsel
- PO Superhero 

Slide 25 - Diapositive