3.4 Samenwerken & Netwerken

• ONDERNEMEND GEDRAG
• MBO
• Studiejaar 1

Samenwerken & Netwerken 

Doelen 

Aan het einde van deze les:

-weet je wat samenwerken en netwerken is;

-heb je geoefend met samenwerken en netwerken.

Betekenis

Succesvol omgaan met andere mensen en samen doelen bereiken.

Mensen die goed zijn in samenwerken en netwerken, zijn gericht op anderen en leggen gemakkelijk contact. Zo kunnen ze hun werk beter doen.

Samenwerken en netwerken is geven en nemen: je helpt elkaar.

Op je werk samenwerken

Je hebt net een filmpje over samenwerken bekeken.

Met wie werk jij allemaal samen in je (bij)baan?

Schrijf een situatie op de post-it waarbij de samenwerking op je  (bij)baan goed verliep.

Hoe kwam het dat het goed ging?

Levensbelang

In welke situaties is het levensbedreigend als je niet goed samenwerkt?

Wat betekent samenwerken voor jou?

Hoe kun jij het toepassen in je werk en leven?

Samen bereik je meer dan alleen

Klopt niet

NETWERKEN

Netwerken,
wat gok je dat het is?
of weet je er al vanaf?

Netwerken is.....

Netwerken - Hulp staat centraal

• Netwerk, een soort spinnenweb van mensen
• Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
• Netwerk zorgt voor tips, informatie en nieuwe contacten.
• Het doel van netwerken is om kennis, informatie en contacten te delen met anderen in het netwerk.

Netwerk  onderhouden

• Zorg voor regelmatig contact met jouw netwerk.
  
  
• Zorg dat jouw netwerk betrouwbaar is.
  
  
• Het is niet alleen nemen maar ook geven!
  
  

Digitale Netwerken

• Facebook 
• Instagram
• Twitter
• Snapchat
• Whatsapp
• Linkedin

• Pinterest
• Google+
• Teams

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?

1. Waar
2. Niet waar

Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie kan je vragen wat het huiswerk is?

Stel je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?

Je zoekt een stageplek bij een sportvereniging. Bij wie klop je aan?

Aan de slag

Jouw netwerk in kaart brengen

1. Pak een vel papier
2. Schrijf in het midden 'IK’
3. Van daaruit maak je de verbindingen met mensen die jij kent. Schrijf hun naam op (denk ook aan mensen uit het verleden, ook al heb je er geen contact meer mee). 
4. · Schrijf onder hun naam op waar ze werken.
   (Dat zijn bedrijven waar je contact mee kunt hebben.)
5. Al die mensen kennen ook weer mensen. Probeer die verbinding ook in te vullen.
   (Je mag verschillende kleuren gebruiken.) 
6. Schrijf bij je eigen naam wat jij andere kan bieden.
   
   

Controle vraag:
Het doel van netwerken is om elkaar te helpen

1. Waar
2. Niet waar

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?

1. Waar
2. Niet waar

Hoe vond je de les?
Ik vond de les?...

😒🙁😐🙂😃

Samenwerkingsopdracht

Marshmallow Challenge

We maken groepen van maximaal 3 personen. Per groepje gaan  2 mensen de challenge doen en 1 persoon de challenge observeren (bekijkt). 

De observators krijgen een observatieformulier waarop richtlijnen staan voor het observeren. 

Marshmallow Challenge - je krijgt:

20 stokjes spaghetti 

1 meter plakband

1 meter touw

een schaar

1 marshmallow

Marshmallow Challenge- spelregels

Bouw in 18 minuten een zo hoog mogelijke toren

De toren staat los op tafel

Het hoogste punt van de toren moet een hele marshmallow zijn

Let's go! 

Evalueren - Hoe ging het? 

Bouwers

• Hoe hebben jullie het aangepakt?
  
• Hoe ben je begonnen?
• Hoe hebben jullie samengewerkt?
• Wie nam de leiding?
• Wat vinden jullie het resultaat van je eigen groep? 

Evalueren - Hoe ging het?

Observators 

Wat gebeurde er in de groep die je hebt geobserveerd?

Hoe heeft de groep het aangepakt?

Hoe waren de taken verdeeld? 

Wat is je opgevallen? 

Welke samenwerkingsvaardigheden heb je ingezet?

Hier kunnen de studenten met hun telefoon antwoord geven op de vraag. 

Er kan doorgevraagd worden op de manier waarop de studenten de vaardigheden hebben ingezet. 

Welke samenwerkingsvaardigheden wil je ontwikkelen?

Hier kunnen de studenten met hun telefoon antwoord geven op de vraag. 

Vervolgvraag kan zijn: Waarom wil je deze vaardigheid verder ontwikkelen?

Maak de opdrachten uit 3.4 

Dit is het einde van het klassikale deel van de les.

Je gaat de skill nu oefenen met de opdrachten in je werkboek.