geschiedenis les 1 reizen door Europa

thema 2 les 1 
reizen door Europa
thema 2 les 1
Geschiedenis
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

thema 2 les 1 
reizen door Europa
thema 2 les 1
Geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

vorige lessen

- missionaris en kerstenen
- kruistochten, waarom?
- waarom gingen zoveel mensen mee op kruistocht?

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
aan het einde van de les hebben we geleerd:
- wie er allemaal reisden in de tijd van de monniken en ridders
- welke gevaren er voor hun waren
- kennen we 2 vormen van christelijk geloof

Slide 3 - Diapositive

tekst: reizende monniken

Slide 4 - Diapositive

Wie worden er genoemd die gaan reizen?
A
geleerden en monniken
B
boeren en burgers
C
de adel
D
rijke mensen

Slide 5 - Quiz

Een belangrijke reden om op reis te gaan was...
A
Kennis verspreiden en ideeën met elkaar delen
B
Andere talen leren
C
Voor het plezier
D
Door oorlog

Slide 6 - Quiz

tekst: het christendom

Slide 7 - Diapositive

2 vormen van het christelijk geloof
Rome als centrum. De paus de belangrijkste leider
Konstantinopel als centrum in het byzantijnse rijk
orthodox-christenen
rooms-katholieken

Slide 8 - Question de remorquage

tekst:

Slide 9 - Diapositive

Wat betekenen deze begrippen?
Groot rijk in het huidige Turkije
jaarmarkt
pleisterplaats
byzantijnse rijk
hier kwamen handelaren om spullen te verkopen
een plaats waar reizigers onderweg stoppen. vaak herbergen, kloosters en kastelen

Slide 10 - Question de remorquage

Wie reisden en er waarom?
geleerden
monniken
handelaren
soldaten 
(ridders en hun legers)
kennis verspreiden en ideeën met elkaar delen
geloof (christendom) verspreiden
op jaarmarkten gingen zij producten verkopen. Zij reisden van pleisterplaats naar pleisterplaats en hadden vaste routes
land veroveren

Slide 11 - Question de remorquage

tekst: luxe reisjes? 

Slide 12 - Diapositive

Waarom hadden mensen al eeuwenlang nauwelijks meer gereisd?
A
Hadden ze geen zin in
B
Ze hadden niet genoeg geld
C
Het was te gevaarlijk

Slide 13 - Quiz

Wat moest je kunnen
als je ging reizen?

Slide 14 - Carte mentale

werkblad
timer
10:00
klaar?
- woordzoeker

Na de timer bespreken we samen het werkblad

Slide 15 - Diapositive