Les 3 - Duurzaamheid

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuurzaamheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekplanning
Week 1: Duurzaamheid in het algemeen
Week 2: Klimaatverandering en de invloed van voeding op het klimaat
Week 3: Biodiversiteit, ontbossing en watergebruik
Week 4: Circulariteit en afval
Week 5: Duurzaamheid en voeding
Week 6: Eerlijke prijs, fast fashion en de eindopdracht
Week 7: Eindopdracht

Afsluiting: reflectieverslag O/V/G

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
  • Herhaling vorige les - nabespreken huiswerk
  • Biodiversiteit
  • Ontbossing
  • Watergebruik
  • Opdracht maken 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klimaatverandering?

Slide 4 - Question ouverte

Klimaatverandering gaat over de langdurige veranderingen in de gemiddelde weersomstandigheden op aarde, zoals temperatuur, neerslag, windpatronen, en andere aspecten van het klimaat. Deze veranderingen vinden plaats over langere tijd. Het verwijst vooral naar de recente opwarming van de aarde en de daarmee gepaard gaande veranderingen in het klimaat, die grotendeels worden veroorzaakt door menselijke activiteiten.
Wat zijn oorzaken van klimaatverandering?

Slide 5 - Question ouverte

1. Verbranding van fossiele brandstoffen:
Het gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie, en aardgas voor energieproductie,
transport, en industrie leidt tot de uitstoot van kooldioxide (CO2) en andere broeikasgassen.
Deze gassen vormen een "deken" in de atmosfeer, waardoor warmte van de zon wordt
vastgehouden en de aarde opwarmt.
2. Ontbossing:
Bomen absorberen CO2 uit de atmosfeer en slaan het op als biomassa. Wanneer bossen
worden gekapt voor hout, landbouw of stedelijke ontwikkeling, komt de opgeslagen CO2
weer vrij in de atmosfeer. Bovendien vermindert ontbossing het vermogen van de aarde om
CO2 op te nemen, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
3. Landbouw:
Landbouw draagt bij aan de uitstoot van methaan (CH4) en lachgas (N2O), twee krachtige
broeikasgassen. Methaan komt vrij uit herkauwende dieren zoals koeien en uit rijstvelden,
terwijl lachgas vrijkomt uit kunstmest die wordt gebruikt op akkers.
4. Industriële activiteiten:
Industriële processen, zoals cementproductie en chemicaliënproductie, dragen bij aan de
uitstoot van verschillende broeikasgassen. Bovendien komen bij sommige processen
fluorhoudende gassen vrij, die extreem krachtig zijn in het vasthouden van warmte.
5. Afvalbeheer en rioolwater:
Afval dat op vuilstortplaatsen belandt, kan methaan uitstoten naarmate het organische
materiaal afbreekt. Ook rioolwaterbehandeling kan bijdragen aan de uitstoot van
broeikasgassen.
Voor hoeveel procent draagt de productie en consumptie van voeding bij aan de totale uitstoot van broeikasgassen?
A
0 - 10%
B
10 - 20%
C
20 - 30%
D
30 - 40%

Slide 6 - Quiz

Antwoord C is juist

Maak bespreekbaar welke factoren in de voedingsmiddelenindustrie de meeste impact hebben: 
  • Broeikaseffect (CO2, methaan en lachgas):
    - landbouw en veeteelt: methaan komt in NL vooral vrij bij koeien en schapen. Lachgas bij het gebruik van stikstofhoudende meststoffen op akkers. 
    - ontbossing voor teelt van soja en palmolie of houden van vee. 
    - voedselproductie: leidt vaak tot CO2 uitstoot (vooral als fossiele brandstoffen worden gebruikt)
  • Landgebruik
  • Watergebruik
  • Voedselverspilling
  • Transport en logistiek
  • Koeling en opslag
Leerdoelen
Biodiversiteit, ontbossing en watergebruik
  • Jij kunt het begrip biodiversiteit definiëren
  • Jij kunt toelichten wat het belang van biodiversiteit is
  • Jij kunt het begrip ontbossing uitleggen aan de hand
    van de oorzaken en de gevolgen;
  • Jij kunt de rol van water in ecosystemen beschrijven
  • Jij kunt de rol van de voedingsindustrie op het watergebruik toelichten.
  • Jij kunt voedingsadviezen formuleren om watergebruik te verminderen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biodiversiteit

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Biodiversiteit
De verscheidenheid aan leven op aarde in al zijn vormen: 
binnen soorten, tussen soorten en ecosystemen. 
  • Alle levende organismen
  • Verschillende ecosystemen: bossen, oceanen, rivieren, graslanden en woestijnen. 

Verschillende soorten biodiversiteit. Wat wordt er bedoeld met de onderstaande?
  • Genetische diversiteit
  • Soortendiversiteit
  • Ecosysteemdiversiteit

Slide 10 - Diapositive

  • Genetische diversiteit:
Dit is de variatie in genen binnen een soort. Bijvoorbeeld, de genetische diversiteit onder een populatie van dezelfde soort vissen zorgt ervoor dat sommige vissen beter aangepast zijn aan bepaalde omstandigheden, zoals veranderingen in temperatuur of voedselbeschikbaarheid.
  • Soortendiversiteit:
Dit is de verscheidenheid aan soorten binnen een bepaald ecosysteem of op de hele planeet. Het aantal verschillende soorten planten, dieren, schimmels, en micro-organismen in een gebied bepaalt de soortendiversiteit.
  • Ecosysteemdiversiteit:
Dit verwijst naar de verscheidenheid aan ecosystemen in een bepaald gebied. Bijvoorbeeld, een gebied met bossen, meren, graslanden, en wetlands heeft een grotere ecosysteemdiversiteit dan een gebied dat alleen maar uit één type landschap bestaat.

Slide 11 - Diapositive

Hoe kan dit nu? 

Op veel plekken op aarde wordt de biodiversiteit bedreigt door ontwikkelingen ide wij als
mens aanbrengen. Biodiversiteit verandert ook op natuurlijk wijze. Dit gaat echter geleidelijk
waardoor het systeem zicht kan aanpassen. Door het menselijk handelen gaan de
veranderingen veel sneller waardoor een ecosysteem uit balans raakt. Hierdoor ontstaan een
aantal problemen zoals:
• Verlies van leefgebieden: Ontbossing, landbouwuitbreiding, stedelijke ontwikkeling, en
infrastructuurprojecten leiden tot het verlies en de fragmentatie van natuurlijke habitats.
• Klimaatverandering: Veranderingen in temperatuur en neerslagpatronen dwingen soorten
om zich aan te passen, te verplaatsen, of verdwijnen.
• Vervuiling: Chemische verontreiniging, plastic afval, en andere vormen van vervuiling
bedreigen veel soorten, vooral in waterige omgevingen.
• Overexploitatie: Overbevissing, illegale jacht, en de overmatige oogst van planten en
dieren kunnen populaties uitputten en soorten bedreigen.
• Invasieve soorten: Soorten die per ongeluk of opzettelijk in een nieuw ecosysteem worden
geïntroduceerd, kunnen inheemse soorten verdringen en de biodiversiteit verminderen.
Waarom is biodiversiteit belangrijk?
  • Zorgt voor vitale producten voor de mens;
  • Medicatie afkomstig van plant, dier en m.o.'s 
  • Culturele en spirituele waarde
  • Hoge biodiversiteit -> ecosystemen zijn veerkrachtiger
    en kunnen beter herstellen van verstoringen
    (natuurrampen, plagen e.d.)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de bij te maken met biodiversiteit?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De bijdragen van bijen aan de biodiversiteit
  • Bestuiving
  • Voor 90% verantwoordelijk voor bestuiving van bloemen en planten
  • Ruim 60% van de bestuiving van onze voedingsgewassen is afhankelijk van bestuiving door bijen.  

Slide 14 - Diapositive

Hier kun je vragen of studenten nog meer dieren weten die te maken hebben met de biodiversiteit. 

  • Eikenprocessierups -> door het creeëren van biodiversiteit in de omgeving stimuleer je natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups wat er toe kan leiden dat deze beheerst kan worden
  • Koolmees -> wordt bestrijd door klimaatverandering


Stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke zaadcellen en deze moeten terecht komen op de stempel van de stamper waar de vrouwelijke eicellen aanwezig zijn. Het vruchtbeginsel is het onderste deel van de stamper van de bloem. Bestuiving is belangrijk in de tuin omdat de meeste vruchten zich pas zullen ontwikkelen als de eicellen zijn bevrucht. In het algemeen is bevruchting noodzakelijk om de planten in de natuur te laten voortbestaan.
Wat kunnen we doen om biodiversiteit te beschermen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bescherming van de biodiversiteit
  • Natuurbescherming
  • Duurzaam landgebruik
  • Herstel van ecosystemen 

Slide 16 - Diapositive

Natuurbescherming: Beschermen van natuurgebieden en het creëren van
natuurreservaten.
• Duurzaam landgebruik: Verantwoorde landbouw- en bosbouwpraktijken die de impact
op ecosystemen minimaliseren.
• Herstel van ecosystemen: Herbebossing, herstel van wetlands, en het schoonmaken van
vervuilde gebieden
Vertel in eigen woorden wat een ecosysteem is. Je mag bronnen gebruiken om jouw definitie te formuleren.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Vragen die je hierbij aan de studenten kan stellen: 

  • Wat is ontbossing?
  • Waarom worden bomen gekapt?
  • Welke invloed heeft de voedselindustrie op ontbossing?

Per dag gaat een gebied met de grootte van duizenden voetbalvelden aan bos verloren. Dit noemen we ook wel ontbossing. Bomen worden gekapt vanwege projecten als woningbouw,
wegenbouw, etc. Maar vooral voor de productie van ons voedsel worden veel bossen gekapt. Voor de biefstuk die wij in de winkel kopen, is veel landbouwgrond nodig. De dieren hebben de ruimte nodig om te kunnen grazen. Maar voor het voer dat de dieren eten is ook landbouwgrond nodig. In landen zoals Brazilië kappen ze regenwoud om zodat ze er landbouwgrond van kunnen maken. Dat kappen gaat snel. Het zijn niet alleen ZuidAmerikaanse landen die schuldig zijn aan dit probleem. In Europa kopen we veel veevoer van landen in Midden- en Zuid-Amerika. Door dat veevoer te kopen zorgen wij er in Europa dus
voor dat de houtkap van het regenwoud blijft doorgaan

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Watergebruik
Maak voor jezelf een korte analyse over de volgende onderwerpen:
Douche/badderen
  • Hoe vaak douche jij per week of ga je in bad?
  • Hoe kun je bezuinigen op je watergebruik? 

Toilet
  • Kun jij water bezuinigen bij het naar de wc gaan?
  • Heb jij een waterbesparende knop op het toilet?

Wasmachine
  • Op hoeveel graden doe je de was? 
  • Hoe vol stop jij de wasmachine? 
  • Doe jij een voorwas?

Gebruik kraanwater
  • Hoe zuinig ga jij om met kraanwater?
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 85% van het water dat we gebruiken is voor 
eten en drinken - watervoetafdruk
  • Water is nodig om voedsel te verbouwen

Slide 22 - Diapositive

De onderstaande infographic laat zien hoeveel water er nodig is voor de productie van verschillende dierlijke en plantaardige producten. Je kunt zien dat je zelfs als vegetariër nog een stuk meer water verbruikt dan als veganist.
Statistieken variëren, maar een vleeseter verbruikt gemiddeld 3x zoveel water als een veganist.
Nederlanders gebruiken voor het eten gemiddeld 3.450 liter water per dag. Welke voedingsadviezen kun je geven om de watervoetafdruk te verlagen?

Slide 23 - Question ouverte

Eet (vaker) vegetarisch. Vegetarisch eten verlaagt het waterverbruik naar 1.500 tot
2.600 liter.
• Eet andere soorten vlees: kip en varken hebben de voorkeur boven rund en lam.
• Drink thee in plaats van koffie, water in plaats van vruchtensap en minder wijn.
• Gebruik minder olie en suiker, die zitten veelal in extra’s zoals koek, gebak en snacks.
• Kies voor aardappelen, groente en fruit uit de regio.
• Eet wild gevangen vis en schaaldieren. Deze vissoorten hebben geen watervoetafdruk.
Kweekvis wel. Kies wel voor duurzame vis.
• Verspil minder voedse
Leerdoelen
Biodiversiteit, ontbossing en watergebruik
  • Jij kunt het begrip biodiversiteit definiëren
  • Jij kunt toelichten wat het belang van biodiversiteit is
  • Jij kunt het begrip ontbossing uitleggen aan de hand
    van de oorzaken en de gevolgen;
  • Jij kunt de rol van water in ecosystemen beschrijven
  • Jij kunt de rol van de voedingsindustrie op het watergebruik toelichten.
  • Jij kunt voedingsadviezen formuleren om watergebruik te verminderen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
  • Maak één dag deze week foto's van de voedselverpakkingen die je gebruikt. Denk aan verpakkingen van eten, snoepjes, snacks en drinken. 
  • Maak een collage van de foto's;
  • Neem de collage mee naar de les.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions