Ramadan

Ramadan
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ramadan

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel weet jij van de Ramadan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Doe jij mee aan de Ramadan?
JA
Nog niet, maar ga wel meedoen in de toekomst
Nee, ik doe niet mee

Slide 3 - Sondage

Slide 4 - Lien

Tijdens de ramadan onthouden moslims zich tussen zonsopgang en zonsondergang van eten en drinken. Hoe noem je dat?
A
Vasten
B
Salat
C
Dadels
D
Dieet

Slide 5 - Quiz

Vasten betekent dat je niet eet en drinkt.

Slide 6 - Diapositive

Hoelang duurt de ramadan?
A
Een week
B
Twee weken
C
Een maand
D
Drie maanden

Slide 7 - Quiz

De ramadan duurt een maand.

Slide 8 - Diapositive


Hoe heet de maaltijd die moslims na zonsondergang met elkaar eten?
A
Harira
B
De iftar
C
Diwali
D
Het suikerfeest

Slide 9 - Quiz

Als de zon onder is, beginnen moslims aan de iftar.

Slide 10 - Diapositive

Waar of niet waar: de ramadan vindt altijd plaats in het voorjaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

De ramadan begint elk jaar een beetje eerder. Als de ramadan in de zomer of lente valt, zijn de dagen langer en duurt het vasten dus ook langer.

Slide 12 - Diapositive

Maak de zin af. De ramadan is een periode van:
A
Nadenken
B
Iets doen voor anderen
C
Niet roddelen en geen ruziemaken
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Tijdens de ramadan zijn moslims extra veel bezig met hun geloof. Ook is het belangrijk om mensen te helpen die het minder goed hebben. Ook moeten ze zich goed gedragen, niet roddelen of ruziemaken dus!

Slide 14 - Diapositive

Wie moeten er volgens de islam meedoen aan de ramadan?
A
Alle moslims
B
Alle gezonde moslims, behalve kinderen
C
Alle moslims, behalve vrouwen

Slide 15 - Quiz

Alle moslims die gezond zijn moeten meedoen aan de ramadan. Jonge kinderen doen meestal niet mee. Als vrouwen zwanger of ongesteld zijn, hoeven ze ook niet mee te doen.

Slide 16 - Diapositive

De ramadan is heel belangrijk in de islam. Hoe noem je de islamitische leefregels?
A
De tien geboden
B
De vijf zuilen
C
De koran
D
De Vier Edele Waarheden

Slide 17 - Quiz

Moslims leven volgens de vijf zuilen: geloofsbelijdenis, bidden, geven, vasten en bedevaart naar Mekka.

Slide 18 - Diapositive

Waar of niet waar: vasten gebeurt alleen in het islamitische geloof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Vasten is niet alleen iets voor moslims. Ook in andere geloven wordt gevast: bijvoorbeeld in het jodendom, het christendom en het boeddhisme.

Slide 20 - Diapositive

Hoe wens je iemand een fijne ramadan?
A
Eid moebarak
B
Salam alaikum
C
Sahtain wa Afiya
D
Ramadan moebarak

Slide 21 - Quiz

Als je iemand een fijne ramadan wil wensen, zeg je ramadan moebarak!

Slide 22 - Diapositive

De ramadan wordt afgesloten met het Suikerfeest. Wat is de islamitische naam voor het Suikerfeest?
A
Eid-al-Fitr
B
Ied-al-Adha
C
Al Hijra
D
Bilhana wa ash-shifa

Slide 23 - Quiz

Na de ramadan volgt het Eid-al-Fitr. De naam Suikerfeest klopt eigenlijk niet, en moslims gebruiken die naam zelf ook niet. Eid-al-Fitr duurt officieel drie dagen, maar de eerste dag is het belangrijkst.

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel weet jij na deze les van de Ramadan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage