1HV - Herhaling H2 De Romeinen

1HV - Herhaling H2 De Romeinen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

1HV - Herhaling H2 De Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Hoe verspreidde het christendom zich door het Romeinse rijk?
A
Door de handel.
B
Door de volgelingen (apostelen) van Jezus.
C
Doordat de Romeinen het een nieuwe, spannende godsdienst vonden
D
Doordat de Romeinse elite het meteen overnam.

Slide 2 - Quiz

Julius Caesar
A
Was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
B
Was populair bij de senaat
C
Was populair bij soldaten vanwege zijn veroveringen
D
was consul van 49 v C tot 45 v C

Slide 3 - Quiz

Wat is fout?
Keizer Augustus zorgde voor vrede
A
Door de staatsinrichting te laten bestaan, maar de ambtenaren minder macht te geven.
B
Door de soldaten aan zich te binden met meer geld en grond.
C
Door de bevelhebbers uit bevriende families te kiezen en tijdelijk te benoemen.
D
Door in het hele rijk standbeelden van zichzelf te plaatsen

Slide 4 - Quiz

Wie was de baas in de Romeinse Republiek?
A
Koning
B
Keizer
C
Senaat
D
Romeinse burgers

Slide 5 - Quiz

Waarom werd het christendom verboden in het Romeinse Rijk?
A
Omdat het te populair werd.
B
Omdat je alleen de Romeinse goden mocht vereren.
C
Omdat de christenen de Romeinse keizer niet wilden vereren.
D
Omdat ze dat een raar geloof vonden.

Slide 6 - Quiz

Wat veroorzaakte de groei van grootgrondbezitters in het Romeinse Rijk?
A
Romeinen veroveren steeds meer land
B
De keizer gaf extra geld aan deze mensen
C
Boeren moesten in het leger vechten en lieten familie achter
D
Geldnood onder boerenfamilies

Slide 7 - Quiz

De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
A
Rome aanhang
B
Cultiveren
C
Romanisering
D
Multicultuur

Slide 8 - Quiz

Hoe kon het Romeinse Rijk zo snel groeien?
A
Goed getraind en goed uitgerust beroepsleger
B
Ze hadden een goede vloot
C
Ze legden hun cultuur op aan de veroverde volkeren
D
Overwonnen volken Overwonnen volken mochten zichzelf niet besturen

Slide 9 - Quiz

Wat past er niet bij keizer Augustus?
A
Caesar
B
Zonder senaat verder
C
Adoptiezoon Julius Caesar
D
Roeide de vijanden van zijn vader uit

Slide 10 - Quiz

Dankzij keizer Augustus begon de 'Pax Romana'. Wat was dat?
A
Een tijd van veel oorlogen!
B
Een tijd van rust en vrede!
C
Een Romeinse verkiezing om keizer te worden.
D
Een Romeinse sportwedstrijd.

Slide 11 - Quiz

Het christendom werd verboden in het Romeinse Rijk omdat...
A
er niet genoeg aanhangers van dit geloof waren.
B
de christenen als een bedreiging van de staat werden gezien.
C
de christenen de staatsgoden en keizer niet vereerden.
D
het jodendom de staatsgodsdienst was, dus er was geen ruimte voor het christendom.

Slide 12 - Quiz

Juist
Onjuist
Een deel van de grenzen van het Romeinse Rijk zijn natuurlijke grenzen.
De grens rond het Romeinse rijk zijn limes.
De Germanen woonden binnen het Romeinse rijk
De mensen in het Romeinse rijk waren onderdanen van de keizer.

Slide 13 - Question de remorquage

Wat was geen rede voor de groei van de steden in het Romeinse Rijk?
A
De nijverheid groeide
B
Het leger groeide
C
De armoede onder boeren groeide
D
De handel groeide

Slide 14 - Quiz

Wat is een proletariër?

A
Een rijke Romein met een villa.
B
En tot slaaf gemaakte Romein.
C
Een Romein met een winkel
D
Een arme en werkloze Romein.

Slide 15 - Quiz

De Romeinse Republiek werd bestuurd door:
A
De senaat en 2 consuls
B
De senaat
C
1 consul
D
Een koning

Slide 16 - Quiz

                               9. 
Sociale lagen in het Romeinse Rijk
Elite
Handelaren en ambachtslieden 
Slaven
Proletariërs

Slide 17 - Question de remorquage

wat is geen voorbeeld van de Grieks-romeinse cultuur
A
paardenrennen
B
tempels
C
gladiatoren
D
goden

Slide 18 - Quiz

Hoe werd het christendom staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk?
A
De christenen veroverde de wereld, hierna werd het een staatsgodsdienst
B
Door keizer Constantijn werd het tot staatsgodsdienst uitgeroepen
C
Door gladiatorengevechten te winnen werd het uitgeroepen tot staatsgodsdienst
D
Door keizer Nero werd het tot staatsgodsdienst uitgeroepen

Slide 19 - Quiz

Romeinse rijk

Slide 20 - Question de remorquage

Wie was Julius Caesar?
A
Een dictator van Rome
B
Een belangrijk schrijver
C
Een Romeinse god
D
De koning van Rome

Slide 21 - Quiz

Hoe ontstond de Grieks-Romeinse cultuur?
A
De Grieken veroverden Romeinse gebieden en namen hun cultuur over
B
De Romeinen veroverden Griekse gebieden en namen hun cultuur over

Slide 22 - Quiz

Wat hoort niet bij de Grieks-Romeinse cultuur?
A
Romeinen bewonderen de Grieken
B
Romeinen nemen de Griekse cultuur over
C
De Grieken nemen de Romeinse cultuur over
D
Romeinen kopiëren het Griekse godenstelsel

Slide 23 - Quiz

Past deze Afbeelding bij de Grieks-Romeinse cultuur?
Past deze Afbeelding bij de Grieks-Romeinse cultuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Zet de bestuursvormen van het Romeinse Rijk in de juiste volgorde.
1
2
3
4
dictator
keizerrijk
koninkrijk
republiek

Slide 25 - Question de remorquage

Hoe werd de Romeinse republiek bestuurd?
A
Door een senaat die elk jaar twee consuls kozen.
B
Door een senaat die elke vier jaar twee consuls kozen.
C
Door een keizer, die het rijk alleen bestuurde.
D
Door een koning die samen met zijn ministers het rijk bestuurde.

Slide 26 - Quiz

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 27 - Quiz

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Theodosius I
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 28 - Quiz