Klas 2 - werkwoorden woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

werkwoorden

H2 grammatica blok 3

zelfstandig werkwoord (zww)

koppelwerkwoord (kww)

hulpwerkwoord (hww)

Lesdoelen

Ik weet wat een zww/ kww / hww is

Ik kan werkwoorden in een zin benoemen

Vul hier een zelfgemaakte zin in met minimaal twee werkwoorden

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat is het belangrijkste ww?

1. zou
2. willen

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
'willen' is een...

1. zelfstandig ww
2. hulpwerkwoord
3. koppelwerkwoord

Ik had graag een voldoende gehad voor de laatste toets.  .

zww

hww

kww

had

De vriendschap tussen Johnny en Lisa zou weleens snel voorbij kunnen zijn.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

De vriendschap tussen Johnny en Lisa zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

Wat is het belangrijkste ww?

1. zou
2. kunnen
3. zijn

De vriendschap tussen Johnny en Lisa zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

'zijn' is een...

1. zelfstandig ww
2. hulpwerkwoord
3. koppelwerkwoord

De vriendschap tussen Johnny en Lisa zou weleens
snel voorbij kunnen zijn.

zww

hww

kww

hww

zou

De vriendschap tussen Johnny en Lisa zou weleens
snel voorbij kunnen zijn.

zww

hww

kww

hww

kunnen

Nog eentje dan..

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

Wat is het belangrijkste ww?

1. zou
2. hebben
3. willen
4. zetten

De truc

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten. 

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast willen zetten. 

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast zetten. 

Zij zet de theekopjes ongewassen in de kast. 

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

'zetten' is een...

1. zelfstandig ww
2. hulpwerkwoord
3. koppelwerkwoord

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten. 

zww

hww

kww

hww

zou

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten. 

zww

hww

kww

hww

hebben

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten. 

zww

hww

kww

hww

willen

Heb je dit leerdoel gehaald?

Heb jij de werkwoordenbegrepen?

1. JA
2. NEE