woordenboek gebruiken

3T1
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3T1

Slide 1 - Diapositive

3T2

Slide 2 - Diapositive

Agenda

20 januari:
Engels toets: Schrijfopdrachten, word order, theme words Chapter 2 + theme words Chapter 5


Slide 3 - Diapositive

Woordenboek les
Je mag een woordenboek gebruiken tijdens:

  • Je examen!
  • Toets schrijfvaardigheid
  • Toets leesvaardigheid

Slide 4 - Diapositive



At the end of this lesson you'll know how to use a dictionary. 
Aan het eind van de les weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Wat moet Hugo doen?
1. House
2. Said
3. Walks
Hugo moet deze woorden op  zoeken in het woordenboek. Maar hoe?

Slide 6 - Diapositive

Hoe zijn woorden in het woordenboek geregeld?
A
Op het aantal letters in het woord.
B
Op alfabetische volgorde (A, B, C, D...)
C
Willekeurig

Slide 7 - Quiz

1. House 2. Said 3. Walks
Hans komt dit woord eerst tegen in het woordenboek:

Slide 8 - Question ouverte

Welk woord vind je eerst in een woordenboek? 
Klik aan het woord en sleep dit naar de rode doelen.
Ball
Guitar
Kingdom

Slide 9 - Question de remorquage

Nog een keer oefenen:
Wait
Since
Text
Earth
Together
Toad
Zebra
Sing

Slide 10 - Question de remorquage

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 11 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 12 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 13 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 14 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 15 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 16 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 17 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 18 - Diapositive

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 19 - Diapositive

Opdracht: Zoek het woord 
'wall
op in het woordenboek.

Slide 20 - Diapositive

Valt 'wall' in de 1e of 2e helft van het woordenboek?
1e helft
2e helft

Slide 21 - Sondage

Hoe spreek je 'wall' uit?

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent 'wall' in het Nederlands?

Slide 23 - Question ouverte

Staat er een voorbeeld voor 'wall' in? Zo ja, schrijf dit op.

Slide 24 - Question ouverte

bought
    got
Strolled      
    Thought
       Went
Balls
      Sneaking
   Mingled

Slide 25 - Diapositive

Zoek het stamwoord met jouw partner.
Call
Calls
Called
Calling

Slide 26 - Diapositive

Varianten van 'call'
Call
Called
Calling
Calls

Wat is hier het stamwoord?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Zet de letters in alfabetische volgorde:
W F O L D V

Slide 29 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
why, paper, apple, tight, sleep

Slide 30 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
consult, construct, consider

Slide 31 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
lamp, snake, under, high, table

Slide 32 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
threat, thong ,throat, tight

Slide 33 - Question ouverte

Zet de volgende woorden in alphabetische volgorde.

Slide 34 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 35 - Question de remorquage

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 36 - Question ouverte

Gebruik je woordenboek! Wat is de betekenis van het volgende woord:
accurately

Slide 37 - Question ouverte

'Hold your horses!'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 38 - Question ouverte

"Hit the sack'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 39 - Question ouverte



Do you know how to use a dictionary?
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?

Slide 40 - Diapositive