2H - Chap. 2: Récapituler grammaire D

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programme:

• Herhaling bijvoeglijk naamwoord
• Opdrachten bijvoeglijk naamwoord
• SO 1 bespreken
• Luistertoets bespreken

Lesdoelen:

• Je kunt herkennen of een bijv. nm mannelijk /vrouwelijk/enkelvoud/meervoud is 

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is het bijv. naamwoord?

Waar zegt het iets over?

Hoe maak je het?

Vertaal: De grote broer.

Vertaal: De grote zussen.

Vóór het zelfstandig naamwoord

bon, grand, beau...

petit, vieux, nouveau...

Plek van het bijv. nm

Regel: Na het zelfstandig naamwoord

J'ai un chat noir.

J'ai un chat adorable.

Voor het zelfstandig naamwoord

J'ai un grand chat.

J'ai un beau chat.

J'ai un nouveau chat.

Vertaal: De oude vrouw.

Onregelmatige vormen

bon - bons - bonne - bonnes

beau - beaux - belle - belles

nouveau - nouveaux - nouvelle - nouvelles

vieux - vieux - vieille - vieilles

Au travail

Wat: Je maakt het opdrachtenblad. Heb je vragen? Vraag zachtjes je buur of steek je vinger op.

SO 1

Wat: Verbeter opdracht C. Dit doe je door de juiste antwoorden achter de opdracht te schrijven.

Heb je andere opmerkingen? 

Schrijf je vraag aan de voorkant van je SO 

en lever deze weer in.