Vissen Woordenschat

vissen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

vissen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vissen
Dit is een vis.                                     


Dit zijn vissen.                                        

Slide 3 - Diapositive

rug
staart
buik
mond
oog

Slide 4 - Diapositive

rugvin
staartvin
buikvin
schubben
kieuwen
Een vis heeft kieuwen .        de kieuw - de kieuwen
Een vis heeft vinnen.            de vin - de vinnen
Een vis heeft schubben.       de schub - de schubben

Slide 5 - Diapositive

Het skelet van een vis.
De graat
De graten

Slide 6 - Diapositive

De vis zwemt.
De vissen zwemmen in het water.

Slide 7 - Diapositive

Er zijn veel soorten vissen.

Slide 8 - Diapositive

Een vis leeft in zoet water
of een vis leeft in zout water

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Wie eet vis?

Slide 11 - Diapositive

Mensen eten vis.

Slide 12 - Diapositive

Ik vis. Pappa vist.
Wij vissen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

de lijn
de haak
de hengel

Slide 15 - Diapositive

De dobber
Het net

Slide 16 - Diapositive

De visserij

Slide 17 - Diapositive

Het aquarium  

Slide 18 - Diapositive

Het aquarium

Slide 19 - Diapositive

Het aquarium

Slide 20 - Diapositive

De haai
 De piranha
Gevaarlijke vissen

Slide 21 - Diapositive

Grote vissen    
de walvis

Slide 22 - Diapositive

Grote vissen    
de orka

Slide 23 - Diapositive

Wat is dit?
A
Het aquarium
B
De dobber
C
De hengel
D
De piranha

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?
A
De lijn
B
De dobber
C
De haak
D
Het net

Slide 25 - Quiz

Maak een zin.

Slide 26 - Question ouverte

Maak een zin.

Slide 27 - Question ouverte

Wie weet de meeste woorden van deze les?

Slide 28 - Question ouverte