Introles klas 3

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

DEUTSCH
Intro

Slide 2 - Diapositive

die Planung
  • Voorstellen (ik)
  • Regels/verwachtingen
  • Leergang: Neue Kontakte
  • Wat kun je waar vinden?
  • Toetsen 

Slide 3 - Diapositive

Regels/verwachtingen
  • Zodra de deur dicht is, begint de les
  • We behandelen elkaar met respect (docent-leerling) (leerling-leerling).
  • Als ik of een medeleerling praat ben jij stil.
  • Je hebt altijd je laptop, boek EN een schrift en een pen bij je.

Slide 4 - Diapositive

Leergang: Neue Kontake
Leergang:
  • Je werkt in het boek
  • schrift voor je aantekeningen 
  • snelhechter (losse stencils)

Slide 5 - Diapositive

Hoe vond jij het vak Duits afgelopen jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Sondage

Hoe lijkt het vak Duits jou dit jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Slide 8 - Diapositive

Wat is in het Duits: "Hoe gaat het met je?"
A
Wie geht es du?
B
Wie geht es dir?
C
Wie geht es dich?

Slide 9 - Quiz

Heeft Duitsland een koning of koningin?
A
Ja!
B
Nein!

Slide 10 - Quiz

in Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15

Slide 11 - Quiz

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 12 - Quiz

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 13 - Quiz

Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 14 - Quiz

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koningsdag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 15 - Quiz

Welke supermarktketens vind je niet in Duitsland?
A
Albert Heijn
B
ALDI
C
Penny
D
Lidl

Slide 16 - Quiz

Welk landnummer moet je intoetsen als je naar Duitsland wilt bellen?
A
0049-
B
0031-
C
0032-
D
0044-

Slide 17 - Quiz

Wat zijn -van boven naar beneden- de kleuren van de Duitse vlag?
A
zwart geel rood
B
rood zwart geel
C
rood geel zwart
D
zwart rood geel

Slide 18 - Quiz

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikadel met mayo curry en uitjes

Slide 19 - Quiz

Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken

Slide 20 - Quiz

Hoe heet deze taart?
A
Aachener Kirschtorte
B
Berliner Kirschtorte
C
Schwarzwälder Kirschtorte
D
Frankfurter Kirschtorte

Slide 21 - Quiz

Welches Lied hörst du?
Laatste vraag
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive