Alinea's en kernzinnen 1hv

Alinea's en kernzinnen

Onderwerp en hoofdgedachte

Hoofdzaken en bijzaken

 1hv

Alinea's

• Een stukje tekst van een of meer regels waarin je een onderwerp behandelt. 
• Het is een onderdeel van een grotere tekst. 
• Alinea's worden gescheiden door een witregel. 
• Met alinea's leest een tekst veel prettiger. 
• Vaak verdeel je een tekst in drie alinea's. De gebruikelijke indeling is dan: inleiding, kern, slot.

Kernzinnen

• De kernzin van de alinea is het deel waar de belangrijkste informatie in staat. 
• De zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. 
• Je zet de kernzin meestal in de eerste, tweede of laatste zin van een alinea. 

Onderwerp van een tekst

• Tekst oriënterend lezen​
  
• Tekst gaat ergens over​
  
• Kan met één of een paar woorden gezegd worden​
  
• In kern van de tekst worden deelonderwerpen besproken (belichten verschillende kanten van het onderwerp in verschillende alinea's)​

Hoofdgedachte van een tekst

• Tekst precies lezen​
  
• Geeft antwoord op de vraag wat wordt er over het onderwerp gezegd?​
  
• Is één volledige zin.​

Hoofdzaken en bijzaken

• Alle belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven, noem je hoofdzaken. 
• Minder belangrijke dingen noem je bijzaken (voorbeelden, extra uitleg).

Welke tekstdoelen zijn er?

1. amuseren, activeren, overtuigen, informeren, instrueren
2. Oriënteren, globaal, precies, zoekend
3. amuseren, oriënteren, overtuigen, informeren, instrueren
4. amuseren, globaal, precies, overtuigen, informeren

Wat is het schrijfdoel van een tekst die de lezer een mening wil laten vormen over een bepaald onderwerp?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Instructie geven
4. Overtuigen

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

1. Lees tekst globaal en gebruik één of een paar woorden.
2. Lees de tekst precies en gebruik één of een paar woorden.
3. Lees de tekst oriënterend en gebruik één of een paar woorden.
4. Lees de tekst zoekend en gebruik één of een paar woorden.

Waar staat meestal de kernzin in een alinea?

De hoofdgedachte is een mededelende zin of een vraag, die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

1. Juist
2. Onjuist

De kernzin van een alinea is de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.

1. Juist
2. Onjuist

Welke uitspraak over de hoofdgedachte van de tekst is NIET juist?

1. Je kunt die vaak vinden in de eerste en/of laatste alinea van de tekst.
2. Het is een zin waarin het belangrijkste staat wat er over het onderwerp wordt gezegd.
3. Soms moet je de hoofdgedachte zelf verwoorden.
4. Dat is het onderwerp van de tekst.

De hoofdgedachte is de
bijzaak van de tekst.

1. waar
2. niet waar

Extra informatie en details in een tekst
noemen we:

1. hoofdzaken
2. bijzaken

Wat is het onderwerp van de tekst?

Het Markermeer heeft in de afgelopen dagen tussen Hoorn en Amsterdam een historisch hoog waterpeil bereikt. De waterstand was 45 centimeter boven NAP en op sommige plekken zelfs nog hoger. Dat is nog nooit eerder gebeurd, meldt het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

1. Markermeer historisch hoog waterpeil
2. hoogwaterpeil Markermeer
3. historisch hoog waterpeil
4. Hoogheemraadschap over hoog water

Wat vind je niet in het slot?

1. Hoofdgedachte
2. aanbeveling
3. onderwerp van de tekst introduceren
4. conclusie/samenvatting

Wat is de hoofdzaak in deze zin?

De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

1. De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag
2. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis