les 4 bijwoordelijke bijzin en voegwoorden

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is de genitivus enkelvoud van rex?
A
rexis
B
rei
C
regis
D
regi

Slide 5 - Quiz

wat is de accusativus meervoud van rex?
A
reges
B
regos
C
rexes
D
rexos

Slide 6 - Quiz

wat is de accusativus enkelvoud van nomen?
A
nomen
B
nomum
C
nominem
D
nomina

Slide 7 - Quiz

Welk geslacht heeft dies?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

voegwoorden
Zowel in het Nederlands als in het Latijn bestaan er twee soorten voegwoorden:
  1. nevenschikkende voegwoorden: 
deze verbindt twee gelijke woordgroepen, vaak zijn dit twee hoofdzinnen, maar dat kunnen ook twee bijzinnen zijn of twee woorden.
   2. onderschikkende voegwoorden:
deze leidt altijd een bijzin in.

Slide 15 - Diapositive

nevenschikkende voegwoorden
Deze verbindt twee gelijke dingen met elkaar. Dit kunnen zijn:
  • twee hoofdzinnen (Jan zit op voetbal en hij houdt van koken)
  • twee bijzinnen (Jan heeft geen tijd omdat hij op voetbal zit en van koken houdt)
  • twee woorden woordgroepen (bijv. twee bijvoeglijk naamwoorden: Jan heeft een jongere en een oudere broer) 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

onderschikkende voegwoorden
Deze leiden altijd een bijzin in.
Cum: toen, terwijl
postquam + perfectum (in het NL vertaling met ppq): nadat
si: als
ut: zodra, zoals
dum: terwijl / zodat
priusquam: voordat
nisi: als niet
quod/quia: omdat

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive