Engels - thema 1

Vandaag
-Je kunt strak de woorden uit het hoofdstuk schrijven
-Je hebt 10 minuten een stukje Engelse film gekeken
Je kunt een bericht vertalen naar het Engels

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
-Je kunt strak de woorden uit het hoofdstuk schrijven
-Je hebt 10 minuten een stukje Engelse film gekeken
Je kunt een bericht vertalen naar het Engels

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Kun jij de woorden naar de juiste plek slepen?
woon
vind leuk
als
zij
ik ben
I am
if
she
live
like

Slide 3 - Question de remorquage

Welke woorden zijn in het Engels en Nederlands hetzelfde?
A
computer
B
app
C
bureau
D
training

Slide 4 - Quiz

Familieleden in het Engels! (mother)

Slide 5 - Carte mentale

Bladzijde 36 en 37
Schrijf de Engelse woorden die je al weet op aan de linkerkant 
Daarna maken we opdracht  5 (zonder  boek)
Het gaat daarbij om Engelse woorden schrijven
10 woorden goed schrijven

Slide 6 - Diapositive

Vandaag
1. Terugblik op het thema

2. Stukje Paddington kijken 

3. Twitterbericht vertalen NL -> Engels

4. Terugblik op het thema

Slide 7 - Diapositive

Hoe schrijf/ zeg je tante in het Engels?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe schrijf je leeftijd in het Engels?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe schrijf je vriendin in het Engels?

Slide 10 - Question ouverte

Waar staat het woordje 'oma' goed geschreven in het Engels?
A
mother
B
grandmother
C
grantmother
D
grandma

Slide 11 - Quiz

Wat staat hier? I am twelve years old?
A
Ik ben elf jaar oud
B
Ik ben twaalf jaar oud
C
Ik ben twintig jaar jong
D
Ik ben twaalf jaar jong

Slide 12 - Quiz

Lees bladzijde 40 voor

Slide 13 - Diapositive

Bekijk bladzijde 40!
Wat betekenen de groene woorden

Slide 14 - Carte mentale

Bladzijde 41

Slide 15 - Diapositive

Bladzijde 42
Mijn vriend Jim is in Londen.
Jims vader en moeder wonen in Londen.
Jim is van mijn leeftijd.
Hij is grappig.
Ik vind Jims zus/broer leuk
Hij /zij is cool en aardig

Slide 16 - Diapositive

Bladzijde 42
My friend Jim is in Londen.
Jims father and mother live in Londen.
Jim is my age.
He is funny.
I like Jims sister.
She is cool en funny.

Slide 17 - Diapositive

Maak bladzijde 
39 t/m 42
timer
20:00
Wie met wie??

Slide 18 - Diapositive

Wat gaan we doen bij Engels?!
1. We maken een toetsje (zelfstandig)
2. We kijken de toets samen na. 
3. We sluiten thema 1 af. 

4 We kijken een stukje film - Paddington 

Slide 19 - Diapositive

Thema 1: Familie en vrienden

Slide 20 - Carte mentale