5. Woche Schritt I und J

4. Woche: Schritt I und J
Leerwerk (planning):
Je zou nu moeten kennen: 

Redemittel blz. 73, 74, 75: Begrüßen t/m Sprechen über öffentliche Verkehrsmittel
Wörterliste blz. 76, 77: 1 t/m 'daar'



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4. Woche: Schritt I und J
Leerwerk (planning):
Je zou nu moeten kennen: 

Redemittel blz. 73, 74, 75: Begrüßen t/m Sprechen über öffentliche Verkehrsmittel
Wörterliste blz. 76, 77: 1 t/m 'daar'



Slide 1 - Diapositive

Schritt I - In der Stadtmitte
Wie umschreibe ich den Weg? 
Lernziele: 
- Ich kann in einer Stadt den Weg fragen. 
- Ich kann, mit der Hilfe einer Karte, jemandem den Weg erklären. 

Slide 2 - Diapositive

Baustein - Aufgabe A

Slide 3 - Diapositive

                  Baustein - B
Hört das Gespräch zwischen Maria und die Touristeninformationen an. 

Beantworte danach die Fragen und mache ein Plan für Maria. 
Was gibt es in Bremen zu sehen? Kombiniere auch Text mit Bild.
Maria in Bremen

Slide 4 - Diapositive

Selbständig arbeiten
Wähle aus (kies uit)
1. Schritt I Baustein 
2. Den Weg zeigen mit Nina (Weihnachtsmarkt 🎅🏻🎄)
3. Wahlaufgaben = I.1, I.2, I.3 und I.4

LET OP! Leerwerk: eind deze week moet je kennen:
alle Redemittel en woorden (maandag/dinsdag taaldorp)

Slide 5 - Diapositive

4. Woche: Schritt I und J
Herzlich Willkommen!



Slide 6 - Diapositive

Schritt J - Sprachstadt vorbereiten
  • Video "Mehrsprachig aufwachsen" 


  • Alles fertig? (Schritt A bis J Bausteine + Wahlaufgaben)  

Slide 7 - Diapositive

7

Slide 8 - Vidéo

00:48
"Mehrsprachig aufwachsen"

Wat betekent dat?
A
Meerdere talen leren
B
Een taal kennen
C
Met meerdere talen opgroeien
D
Met één taal opgroeien

Slide 9 - Quiz

01:52
Wanneer gebruikt Flora liever Portugees dan Duits?

Slide 10 - Question ouverte

04:25
"Zu Hause versus draußen"

Wat betekent draußen?
A
Binnen
B
Buiten
C
Thuis
D
Druiven

Slide 11 - Quiz

05:06
Hoe zeg je "Eet smakelijk" in het Duits?

Slide 12 - Question ouverte

05:35
"..., die ich mehr schätzen kann."

Wat betekent dit werkwoord?
A
Inschatten
B
Aanbevelen
C
Schaken
D
Waarderen

Slide 13 - Quiz

07:00
Wat zijn de voordelen van het opgroeien met meerdere talen?

Slide 14 - Question ouverte

08:55
"Seid stolz"

Wat betekent dit?
A
Weest trots
B
Wees behoedzaam
C
Wees stoer
D
Wees gelukkig

Slide 15 - Quiz

Selbständig arbeiten
Schritt A bis J (bausteine, checks und wahlaufgaben)
und
STEMPELN!! 

Slide 16 - Diapositive