Ondernemingen vormen een spaarpot zodat na een aantal jaar vanuit dit potje het grote onderhoud gefinancierd kan worden. Zo worden de kosten over de jaren verdeeld.
Toevoeging voorziening groot onderhoud = 5% van investeringsbedrag
Slide 4 - Diapositive
2. Huisvestingskosten
2. Huurpand:
Huurkosten worden vaak gegeven in € per m2 per jaar.
1. huurkosten x het aantal m2 = huurkosten per jaar
(2. vragen ze per maand -> : 12 of per kwartaal :4 of per week : 52)
Slide 5 - Diapositive
3. Servicekosten
Zijn kosten die je kwijt bent aan de services die geregeld zijn bij het huur of kooppand. Onder servicekosten vallen meerdere onderdelen zoals gas, water, elektriciteit, beveiliging, afval, schoonmaak, glazenwasser.
Hoe deze berekend worden staat altijd bij de opdracht vermeld dit verschilt namelijk altijd.
Slide 6 - Diapositive
4. Kantoorkosten
Zijn kosten die je kwijt bent aan alles wat binnen kantoor gebruikt wordt. VB: abonnement tv/telefoon/ muziek/ internet, office pakket, boekhoudpakket, papier en toner, catering (koffie, thee) etc.
Hoe deze berekend worden staat altijd bij de opdracht vermeld dit verschilt namelijk altijd.
Slide 7 - Diapositive
5. Bedrijfsverzekeringen
Zijn kosten die ondernemingen betalen voor verzekeringen. Dit doen ze om hun risico’s te verkleinen. Door premie te betalen kun je je bedrijf verzekeren tegen onverwachte en grote kosten zoals bij een brand. Meeste ondernemingen hebben een verzekeringspakket waar meerdere verzekeringen in zitten.
Premie kosten verzekeringspakket = 2% van de omzet
Slide 8 - Diapositive
6. Belastingen/ Heffingen
Betalingen die je doet aan de overheid, gemeente en provincie waar vervolgens diverse uitgaven van de overheid mee wordt betaald.
1. Belastingen/heffingen kooppand = 1% van de waarde pand per jaar (WOZ-waarde)
2. Belastingen/heffingen huurpand = 1% van 10x het huurjaarbedrag