3H/V- Gerund + to infinitive

Gerund & infinitive
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Gerund & infinitive

Slide 1 - Diapositive

Gerund 
gerund intro

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

In the example "smoking is prohibited" What is the gerund?
A
smoking
B
smoking is
C
is prohibited
D
prohibited

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Wat is de gerund?
- werkwoord neemt de rol van onderwerp of voorwerp (lijdend of meewerkend)
- werkwoord neemt dus rol aan van zelfstandig naamwoord
- werkwoord met -ing (Maar geen vorm van TO BE !!) --> lijkt dus op present continuous

ex. I love listening to music (Waar hou je van? --> luisteren naar muziek (onderwerp). De actie luisteren naar muziek wordt hier dus een ding, te vervangen met "het"

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je de gerund?
- Na werkwoorden waarmee je aangeeft wat je wel of niet leuk vindt 
- Na zintuigelijke werkwoorden
- Na de specifieke werkwoorden avoid, consider, give up, go on, keep, manage, mind, prefer, recommend, start, stop en suggest
- Na voorzetsels
- Na bepaalde uitdrukkingen

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden
Onderwerp: Doing my homework is what I don't like to do.
Onderwerp: Reading is one of my favorite hobbies.

Lijdend/Meewerkend voorwerp: I was thinking about meeting them.
Lijdend/Meewerkend voorwerp: Jonathan is considering telling him everything.

Slide 8 - Diapositive

What is a Gerund?
A
A verb
B
A noun
C
A noun acting as a verb
D
A verb acting as a noun

Slide 9 - Quiz

I've started ... at this school this year.
A
To work
B
Working

Slide 10 - Quiz

I want ... with my friends.
A
to spend time
B
spending time

Slide 11 - Quiz

In which of the following cases can you use a Gerund?
A
As subject
B
After prepositions
C
After specific words and expressions
D
All of the above

Slide 12 - Quiz

to-infinitive
- hele werkwoord MET TO ervoor (to work, to read, to like etc.)
- heeft rol van lijdend of meewerkend voorwerp

ex.
- Jochem loves to play the drums tomorrow.
- I decided to go shopping today.
- Bart hopes to see his son soon.

Slide 13 - Diapositive

What is an example of an to-infinitive?
A
happy
B
working
C
to read a book
D
going to school

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

I didn't expect ... (to swim) that far!

Slide 18 - Question ouverte

She didn't hestitate .... (to dive) into the water.

Slide 19 - Question ouverte

Tot slot
De gerund suggereert dat het al gebeurd is (al gaande is):

- I remember doing groceries (is al gebeurd)



De to + hele werkwoord suggereert dat het nog niet gebeurd is (in de toekomst pas echt gaat gebeuren):

- I remember to do groceries (moet je nog gaan doen)

Slide 20 - Diapositive

gerund or infinitive?
Tina has decided ... her car.
A
selling
B
to sell
C
is selling
D
sells

Slide 21 - Quiz

gerund or infinitive?
She continued ... about her accomplishments.
A
brags
B
to brag
C
bragging
D
to bragging

Slide 22 - Quiz

gerund or infinitive?
The film isn't worth ....
A
seeing
B
to see
C
to seeing
D
see

Slide 23 - Quiz

gerund or infinitive?
I don't mind ... up early.
A
to getting
B
to get
C
getting
D
gets

Slide 24 - Quiz