Cursus 1 - Meer dan lezen - paragraaf 3 - hoofdgedachte wk.38
Welkom
Leg klaar:
Boek Nieuw Nederlands
Schrift met lijntjes
Etui
Laptop
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Leg klaar:
Boek Nieuw Nederlands
Schrift met lijntjes
Etui
Laptop
Slide 1 - Diapositive
Wat neem je elke les mee?
- boek Nieuw Nederlands
- schrift met lijntjes
- etui met pen en potloden/markeerstiften
- laptop en lader
- (leesboek)
Tekst
Tekst
Slide 2 - Diapositive
Hoe doen we het?
Rustig binnenkomen, op je plaats gaan zitten.
De les begint en wat we gaan doen staat op het bord.
Na de instructie ga je aan het werk.
Werk voor jezelf en dus stil en rustig aan het werk, andere leerlingen hebben nog instructie/les.
Klaar? Zelf stillezen of verder met huiswerk-opdrachten.
Slide 3 - Diapositive
1. Orienteren in lesboek.
2. Starten met de opdracht.
In deze les gaan we
Tekst
Slide 4 - Diapositive
Paragraaf 1 Onbekende woorden
Kijk in je lesboek op blz. 6
Hier vind je de inhoud van het hele boek
Wat gaan we behandelen in de les?
Slide 5 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 6 - Lien
De lesdoelen
Je leert woordraadstrategieen.
Je leert de betekenis van onbekende woorden ontdekken.
Slide 7 - Diapositive
Vorige week
Woordraadstrategieën gebruiken om achter de betekenis van onbekende woorden te komen.
synoniemen
omschrijving
definitie (HA)
voorbeeld
tegenstelling
bekend woorddeel (HA)
Slide 8 - Diapositive
Even oefenen ....
Pak je laptop
Log in bij Lesson up
Vul de code in van deze les
Vul je eigen naam in
Slide 9 - Diapositive
Synoniemen zoeken
Twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.
patat - friet
Slide 10 - Diapositive
Klaas heeft exact hetzelfde boek.
Synoniem voor exact:
A
absoluut
B
precies
C
anders
D
jeans
Slide 11 - Quiz
Het figuur is asymmetrisch. Tegenovergestelde van asymmetrisch:
A
rond
B
aan beide kanten gelijk
C
aan beide kanten ongelijk
D
vierkant
Slide 12 - Quiz
Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.
Slide 13 - Question ouverte
Ongelijk (woord met voorvoegsel) Wat is de betekenis?
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk
Slide 14 - Quiz
Paragraaf 2 Onderwerp (en hoofdgedachte)
Kijk in je lesboek op blz. 16
HA: Kijk in je lesboek op blz. 18
Pak een markeerstift
Maak aantekeningen in de theorie
Slide 15 - Diapositive
De lesdoel
Je leert het onderwerp (en hoofdgedachte) bepalen
Je leert orienterend lezen
Slide 16 - Diapositive
Stappenplan
Oriënterend lezen
titel
afbeeldingen
tussenkopjes
Eerste alinea lezen
Waar gaat deze tekst over?
Oriënterend lezen
Slide 17 - Diapositive
TH-boek, blz. 17
Onderwerp van de tekst?
Betekenis van onbekende woorden/woordraadstrategieen.
Oefenen
Slide 18 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 19 - Lien
Stappenplan
Precies lezen
lees de tekst precies
lees inleiding en slot
Hoofdgedachte: Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Precies lezen
Slide 20 - Diapositive
Huiswerk TH/HA
Cursus 1 Meer dan Lezen
$2 Onderwerp, blz. 16/18
Lees de theorie
TL: opdracht 1,2,3 en 4
HA: opdracht 1,2,4 en 5
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.
Kijk de antwoorden na.
Volgende les: vrij. 11e en 12e uur.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Welkom
Leg klaar:
Leesboek
Boek Nieuw Nederlands
Schrift met lijntjes
Etui
Slide 23 - Diapositive
Stappenplan
Oriënterend lezen
titel
afbeeldingen
tussenkopjes
Eerste alinea lezen
Waar gaat deze tekst over?
Oriënterend lezen
Slide 24 - Diapositive
Stappenplan
Precies lezen
lees de tekst precies
lees inleiding en slot
Hoofdgedachte: Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Precies lezen
Slide 25 - Diapositive
Even samen oefenen ....
Paragraaf 2 Onderwerp en hoofdgedachte
HA: Kijk in je lesboek op blz. 19
Wat is het onderwerp?
Wat is de hoofdgedachte?
Slide 26 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 27 - Lien
Wat neem je elke les mee?
- boek Nieuw Nederlands
- schrift met lijntjes
- etui met pen en potloden/markeerstiften
- laptop en lader
- (leesboek)
Tekst
Tekst
Slide 28 - Diapositive
Nakijken of maken
Cursus 1 Meer dan Lezen
$1 Onbekende woorden, blz. 10/11
TH: opdracht 1, 2, 3 en 6.
HA: opdracht 4,5,1 en 2
$2 Onderwerp en Hoofdgedachte
TH: opdracht 1,2,3 en 4
HA: 1,2,4 en 5
Tekst
Slide 29 - Diapositive
De lesdoelen
Je leert woordraadstrategieen.
Je leert de betekenis van onbekende woorden ontdekken.
Slide 30 - Diapositive
Huiswerk
Cursus 1 Meer dan Lezen
$1 Onbekende woorden, blz. 10/11
TH: opdracht 1 en 2
HA: opdracht 4 en 5
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.
Kijk de antwoorden na.
Slide 31 - Diapositive
De lesdoelen
Je leert leesstrategieen.
Je leert hoe je een tekst moet aanpakken om deze te begrijpen.
Slide 32 - Diapositive
DOEL
Leesstrategieën gebruik je om een tekst goed te begrijpen
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen
zoekend lezen
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Huiswerk
Cursus 1 Meer dan Lezen
$1 Onbekende woorden, blz. 10/11
TH: opdracht 1, 2, 3 en 6.
HA: opdracht 4, 5, 1 en 2
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.
Kijk de antwoorden na.
Volgende les: do. 9e en 10e uur
Slide 35 - Diapositive
Tegenstellingen zoeken
Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.
Woorden als maar, echter, toch en daarentegengeven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.
Slide 36 - Diapositive
VOORBEELD - voorbeeld
Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:
bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.
Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.
Slide 37 - Diapositive
BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld
samenstellingen: doktersassistente / groentesoep
woorden met voorvoegsel: ongezond / herkansing
woorden met achtervoegsel: hopeloos /hoopvol
woorden uit een andere taal: detecteren, van het Engelse 'to detect' (ontdekken;opsporen), detective, iemand die zaken opspoort.
Slide 38 - Diapositive
Ongelijk (woord met voorvoegsel) Wat is de betekenis?
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk
Slide 39 - Quiz
Huiswerk TH
Cursus 1 Meer dan Lezen
$1 Onbekende woorden, blz. 10/11
Lees de theorie
Maak opdracht 3
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.
Kijk de antwoorden na.
Volgende les: woe. 11e en 12e uur.
Slide 40 - Diapositive
HA: Paragraaf 1 Strategieën
Kijk in je lesboek op blz. 10
Pak een markeerstift
Luister naar de video
Maak aantekeningen in de theorie
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Vidéo
Huiswerk HA
Cursus 1 Meer dan Lezen
$1 Strategieen, blz. 10
Lees de theorie
Maak opdracht 1 en 2
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.
Kijk de antwoorden na.
Volgende les: woe. 11e en 12e uur.
Slide 43 - Diapositive
Niveaus
A = 6-9 jaar
B = 9-12 jaar
C = 12 jaar en ouder
D = 15 jaar en ouder
B-boeken zijn misschien wat makkelijker te lezen dan C-boeken. Maar vaak worden ze ook nog gelezen door de oudereren omdat het onderwerp hen aanspreekt.
Slide 44 - Diapositive
1.1 Onbekende woorden
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stappenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?
Slide 45 - Diapositive
§3 Hoofdgedachte
Je kunt het belangrijkste van een tekst of programma in één zin samenvatten.
Die ene zin noem je de hoofdgedachte.
Slide 46 - Diapositive
Bepaal het onderwerp van de tekst.
Lees de tekst precies.
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar al staat.
Geef in één zin antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
Zo vind je de hoofdgedachte
Slide 47 - Diapositive
Om de hoofdgedachte van een tekst te vinden
Om de hoofdgedachte vinden, moet je de tekst precies lezen: je leest de tekst dan goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.
Precies lezen
Slide 48 - Diapositive
Oefenen
Slide 49 - Diapositive
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:
Hoe je een tekst precies leest.
Hoe je de hoofdgedachte van een tekst bepaalt door de tekst precies te lezen.