2.4 blessures

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen er bij
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen er bij

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
je kan 3 spierblessures benoemen.
je kan benoemen hoe je een blessure kan voorkomen.

Slide 2 - Diapositive

wat gaan we doen?
stukje herhalen
aan de slag
2.5 uitleg
aan de slag

Slide 3 - Diapositive

spierblessures
wat is het?
hoe gebeurt het?

Slide 4 - Diapositive

spierpijn 
Bij sporten ontstaan afvalstoffen in je spieren, wanneer je lang sport hopen die stoffen zich op.



spierkramp en scheuring
Spier trekt zich plots samen. wanneer je dan door sport kan de spier scheuren.

Slide 5 - Diapositive

kneuzing
Door een harde klap kunnen spier en huidcellen beschadigen. er ontstaat dan een zwelling en bloeduitstorting (blauwe plek)

Slide 6 - Diapositive

voorkomen is beter dan genezen
wat doen sporters voor een wedstrijd?
hoe voorkom je blessures?

Slide 7 - Diapositive

hoe voorkom je blessures?
juiste kleding en beschermende middelen

intapen van kwetsbare gewrichten met sporttape

door een goede warming-up zit er voldoende bloed in je spieren.(bijvoorbeeld inlopen)

cooling-down dit doe je om spierpijn te voorkomen. blijf rustig bewegen zodat de afvalstoffen in je spieren worden afgevoerd.

Slide 8 - Diapositive

aan de slag
maak de test jezelf van 2.4

Slide 9 - Diapositive

2.5 dieren bewegen
hoe bewegen dieren met een wervelkolom?

Slide 10 - Diapositive

de wervelkolom bewegen
heen en weer bewegen.
Vissen, sommige amfibieën en reptielen bewegen door hun wervelkolom heen en weer te bewegen.

op en neer bewegen
vogels en zoogdieren hebben de poten recht onder hun lichaam zitten. de wervelkom kan afwisselend hol en bol worden

Slide 11 - Diapositive

Hoe bewegen dieren met een wervelkolom?

Slide 12 - Diapositive

Topganger
  • Sommige dieren lopen op de toppen van de tenen
  • Bijvoorbeeld Paarden
  • Hoeven om de tenen
  • Daarom ook wel hoefgangers

Slide 13 - Diapositive

teenganger
Teen gangers lopen op hun tenen. voorbeelden hiervan zijn katten en honden. Dit kunnen wij ook maar zoals je zal merken als je op je tenen staat is dit niet zo stabiel. top en teen gangers zijn dan ook altijd dieren op 4 poten. Teengangers zijn ook dieren die zich snel kunnen voortbewegen.

Slide 14 - Diapositive

Zoolgangers
  • De mens is een zoolganger
  • Ze lopen op de hele voet
  • staan stevig op de grond.
  • Kunnen daardoor op achterpoten staan. 

Slide 15 - Diapositive

verschillende manieren van staan
Wat is een topganger?
Wat is een teenganger?
Wat is een zoolganger?

Slide 16 - Diapositive

  • zorg dat je de verschillen weet.
  • ken een paar voorbeelden.
  • kijk goed naar de
    overeenkomende botten.

Slide 17 - Diapositive

ga aan de slag
maak opdracht 4 tot en met 15
blz 83 van het werkboek.

gebruik hierbij blz 57 tot en met 59.

Slide 18 - Diapositive