Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Thema 2: Grieken en Romeinen
Slide 1 - Diapositive
Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.
Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.
Slide 2 - Diapositive
Deze les:
Criteria checken vorige week (Romeinen en Germanen)
De opkomst van het christendom
Aan de slag met opdrachten
Slide 3 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.
Je geeft twee voorbeelden van de Germaanse cultuur.
Je geeft een voorbeeld van romanisering.
Slide 4 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.
Je geeft drie voorbeelden van de Germaanse cultuur.
Je geeft twee voorbeelden van romanisering.
Slide 5 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.
Je geeft vier kenmerken van de Germaanse cultuur.
Je geeft drie voorbeelden van romanisering.
Slide 6 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.
Je geeft vier kenmerken van de Germaanse cultuur.
Je geeft drie voorbeelden van romanisering.
Je vergelijkt de Romeinse cultuur met de Germaanse cultuur
Slide 7 - Diapositive
Ontstaan en verspreiding van het Christendom
Slide 8 - Diapositive
Aan het einde van deze les:
... weet je hoe het christendom ontstond.
... weet je waarom het christendom verboden werd in het Romeinse Rijk.
... weet hoe het kwam dat het christendom wel toegestaan werd.
... kun je uitleggen hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Slide 9 - Diapositive
Het ontstaan van het christendom:
63 v.Chr. Romeinen veroveren Judea (Palestina)
huidige Israël. Daar wonen Joodse mensen.
Joden geloven in één god, die een verlosser naar de aarde zal sturen om het kwaad in de wereld te bestrijden.
Monotheïsme: een godsdienst met maar één god
Slide 10 - Diapositive
Opstanden onder de Joden:
De Joden waren het niet eens met de Romeinen. Zij kwamen in opstand
Oorzaken:
Judea wordt een provincie van het Romeinse rijk en de joden moeten hoge belastingen betalen.
Joden worden beledigd.
de tempel wordt verwoest.
Slide 11 - Diapositive
Opstanden onder de Joden:
Gevolgen:
Opstanden en oorlogen tegen de Romeinen.
Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
Hoop op de messias, verlosser groeit
Mensen begonnen te geloven dat Jezus Christus de beloofde verlosser was.
Slide 12 - Diapositive
Het Christendom
Jezus verkondigde zijn boodschap over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en verkreeg hiermee veel volgelingen.
Een nieuwe monotheïstische godsdienst ontstond: het christendom.
Slide 13 - Diapositive
De boodschap:
God beloont goede mensen en straft slechte mensen. De goede boodschap (evangelie) geldt voor iedereen. Voor God is iedereen gelijk, of je nu slaaf of meester, rijk of arm, man of vrouw bent.
Slide 14 - Diapositive
Christendom verboden
Christenen aanbidden maar één God ( monotheïsme)
Romeinen aanbidden vele goden (polytheïsme)
Christenen weigeren de Romeinse goden en de keizer te vereren.
Het gaat slecht met het Rijk, hier krijgen de Christenen de schuld van.
Keizer Nero: Vervolgt Christenen
Slide 15 - Diapositive
Keizer Nero
Het Colosseum
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Keizer Constantijn
Kreeg een droom waarin hij zich tot Christen moest bekeren
Hij laat zich dopen
312 n.chr: Tolerantie-edict christendom is niet meer verboden.
Slide 18 - Diapositive
Staatsgodsdienst:
380 n.chr: De volgende Romeinse Keizer Theodosius I verbied het vereren van de Grieks-Romeinse goden en maakt van het christendom de enige toegestane godsdienst.
Staatsgodsdienst:officiële godsdienst van een bepaald land.
Slide 19 - Diapositive
Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
Ontstaan en verspreiding van het christendom
Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur)
Slide 20 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt met twee voorbeelden uit wat het christendom inhield.
Je benoemt wie Jezus was.
Je legt het begrip ‘staatsgodsdienst’ uit.
Slide 21 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt met drie voorbeelden uit wat het christendom inhield.
Je benoemt wie Jezus was.
Je legt het begrip ‘staatsgodsdienst’ uit.
Je herkent de verspreiding van het christendom aan de hand van voorbeelden.
Slide 22 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘monotheïsme, polytheïsme en staatsgodsdienst' uit.
Je legt uit de leer van het christendom inhield.
Je legt uit wie Jezus, Paulus, Nero, Constantijn en Theodosius waren.
Je verklaart dat bepaalde keizers het christendom als een bedreiging zagen voor de eenheid van het rijk.
Je verklaart waarom het christendom bepaalde groepen in de Romeinse samenleving aansprak.
Slide 23 - Diapositive
Beantwoord in je schrift
Je legt de begrippen ‘monotheïsme, polytheïsme en staatsgodsdienst' uit.
Je legt uit wat de leer van het christendom inhield.
Je legt uit wie Jezus, Paulus, Nero, Constantijn en Theodosius waren.
Je verklaart dat bepaalde keizers het christendom als een bedreiging zagen voor de eenheid van het rijk.
Je verklaart waarom het christendom bepaalde groepen in de Romeinse samenleving aansprak.
Je verklaart de groei van het christendom met voorbeelden.
Slide 24 - Diapositive
Aan de slag!
Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift
se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.
Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.