T2B4 (K)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Thema 2 - Voortplanting en seksualiteit 

B4 Geslachtskenmerken, hormonen en de menstruatiecyclus

Geslachtshormonen

Hormonen =  stoffen die de werking van organen regelen. 

• In de puberteit gaat je lichaam geslachtshormonen maken. 

De teelballen maken mannelijke geslachtshormonen (testosteron).

De eierstokken maken vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen)

belangrijke hormoonklieren

Primaire geslachtskenmerken

Primaire geslachtskenmerken = kenmerken van mensen waaraan we het geslacht herkennen. 

Deze kenmerken zijn al vanaf de geboorte te zien. 

Jongens: penis en balzak. 

Meisjes: vagina en schaamlippen. 

Secundaire geslachtskenmerken

Secundaire geslachtskenmerken = lichamelijke kenmerken die zich pas ontwikkelen in de puberteit. 

Als de eicel NIET is bevrucht 

Gaat de eicel dood. 

Het slijmvlies en bloedvaten van de baarmoeder worden dan afgebroken. 

Dit slijmvlies en de bloedvaten komen via de vagina naar buiten. 

Dit noemen we MENSTRUATIE of ONGESTELD ZIJN

Menstruatiecyclus

Menstruatiecyclus

De cyclus duurt ongeveer 28 dagen.

Dag 1: begin menstruatie (gemiddeld 4 dagen)

Dag 14: ovulatie

Na 28 dagen begint de menstruatie opnieuw. 

Menstruatiecyclus

maandverband, tampons en de menstruatiecup

1. Bevruchting vindt plaats in de eileider . 

2. Bevruchtte eicel gaat zich delen -> klompje cellen. 

4. Innesteling in de baarmoederwand. 

1. Eicel gaat dood.

2. Het slijmvlies en het bloed van de baarmoederwand worden afgebroken. 

3. Het slijmvlies en het bloed komen via de vagina naar buiten = menstruatie

WEL bevruchting

GEEN bevruchting

Opdrachten

Maken 2.4 opdracht 19 t/m 24