Informeel en formeel

Welkom
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat vond je van de toets: moeilijk, makkelijk of neutraal

Slide 2 - Question ouverte

Planning P2

Schrijfvaardigheid
(week van 4 dec. toets)
Schooltaalwoorden
(week van 18 dec. toets)
Boek lezen
(boekverslag week van 8 jan. inleveren)

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel

Je leert het verschil tussen formeel en informeel


Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij een
informeel bericht?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Heb je wel eens een persoonlijke brief of e-mail geschreven? Zo ja, naar wie?

Slide 7 - Question ouverte

Lezerspubliek
Aan wie schrijf je een informeel bericht?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent.

Bijvoorbeeld:
vader, moeder, opa, oma, tante, oom, nicht, neef, vriend of vriendin.

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoel
Waarom schrijf je een informeel bericht?

Bijvoorbeeld:
  • omdat je wilt vertellen hoe het met je gaat.
  • omdat je iemand wilt uitnodigen.
  • omdat je iets leuks hebt meegemaakt.
enz. 

Slide 9 - Diapositive

Taalgebruik

Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een persoonlijke manier aan. Met je en jij. En niet met u.  

Dit noem je informeel taalgebruik.

Slide 10 - Diapositive

Opbouw informeel bericht
  • Aanhef (Beste Jan,)
  • Inleiding/introductie waarom je het bericht stuurt
  • Kern
  • Afsluitende zin
  • Ondertekening (Hartelijke groet, Groetjes) en je naam

  • Formele berichten: zie 'opbouw bericht' op blz. 28 van je boek.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Lees de uitleg op blz. 26 over informele berichten

Maak de opdrachten 1 t/m 11 
Dit doe je individueel (dus het is stil in de klas)

Ben je klaar: pak je leesboek!

Slide 13 - Diapositive