B3C Les 31-1-2022 Herhaling hoofdstuk 3+4

Herhaling hfst 3+4
Pak je telefoon/laptop en login
Ik verwacht dat iedereen meedoet.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Herhaling hfst 3+4
Pak je telefoon/laptop en login
Ik verwacht dat iedereen meedoet.

Slide 1 - Diapositive

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: We ... ... (see) the Eiffel Tower
A
has seen
B
has saw
C
have seen
D
have sawed

Slide 2 - Quiz

Vertaal naar het Engels: overval
A
robbery
B
overfall
C
thieves
D
burglary

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Engels: plezierig
A
funny
B
interesting
C
enjoyable
D
hopefuly

Slide 4 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: guard
A
garde
B
bewaker
C
stelen
D
kaart

Slide 5 - Quiz

Schrijf in het Engels: noodgeval

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf in het Engels: je excuses aanbieden

Slide 7 - Question ouverte

Vul het juiste woord in: The man lost ..... arms in the accident
A
every
B
both
C
none
D
each

Slide 8 - Quiz

Vertaal naar het Engels: verdwijnen
A
disapear
B
dissapear
C
dissappear
D
disappear

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: She ... never .... (write) a letter to Santa Claus
A
has written
B
has wrote
C
have written
D
has writed

Slide 10 - Quiz

Is deze zin goed of fout?: We always are late for school
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: suspicious
A
supersnel
B
verdacht
C
verdachte
D
onderbreken

Slide 12 - Quiz

Schrijf in het Engels: verdacht

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: Ik eet altijd lunch om 12 uur.

Slide 14 - Question ouverte

Vul het juiste woord in: ..... police officer has to take the test
A
both
B
every
C
all
D
none

Slide 15 - Quiz

Vertaal naar het Engels: achtervolgen
A
follow behind
B
race
C
hunt
D
chase

Slide 16 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: interrupt
A
onderbreken
B
tegenkomen
C
opvallen
D
stukmaken

Slide 17 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: wallet
A
muur
B
hard lopen
C
buideldier
D
portemonnee

Slide 18 - Quiz

Schrijf in het Engels: sollicitatiegesprek

Slide 19 - Question ouverte