MG H4.1 Het skelet

1 / 37
suivant
Slide 1: Vidéo
MGMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Lien

MG H4.1 Skelet interactief
Toets:
Je krijgt vragen bij deze schoolplaat.
Je kan op de toets al je antwoorden in de filmpjes vinden.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

hoofd
romp
ledemaat = arm
ledemaat = been
ledemaat = been
ledemaat = arm

Slide 5 - Question de remorquage

Een mens heeft 206 botten

De botten in je lijf heten samen een skelet

Skelet = Geraamte

Botten = beenderen

Door je skelet blijf je stevig overeind staan

Slide 6 - Diapositive


Een ander woord voor skelet = geraamte
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz


Noem een ander woord voor botten

Slide 8 - Question ouverte

De mens hoort bij de gewervelde dieren.

Dit zijn alle organismen met een wervelkolom.

Je wervelkolom zit in je rug, daarom heet je wervelkolom ook je ruggenwervel

Slide 9 - Diapositive

Romp =

schoudergordel

borstkas

bekken

wervelkolom

Slide 10 - Diapositive

Romp =

schoudergordel =
2 sleutelbeenderen
2 schouderbladen



Schouderblad
Schouderblad
Sleutelbeen
Sleutelbeen

Slide 11 - Diapositive

Romp =

borstkas =
borstbeen
ribben

In de borstkas ligt
 je hart en je longen


Borstbeen
Ribben

Slide 12 - Diapositive

Romp =

bekken =
2 heupbeenderen

Je benen zitten aan je bekken vast


heupbeen
heupbeen

Slide 13 - Diapositive

Romp =

wervelkolom =
halswervel
borstwervels
lendewervels
heilig been
staartbotje

Slide 14 - Diapositive

sleutelbeen
borstbeen
ribben
heupbeen
schaambeen

Slide 15 - Question de remorquage

schouderblad
wervel
staartbeen
heilighbeen

Slide 16 - Question de remorquage

Waar is je skelet voor (functie):

Stevigheid
rechtop staan

Bescherming:
Je borstkas >  hart en longen. 
Je schedel  > hersenen.

Beweging:
Je spieren zitten vast aan je botten.
Zo kun je bewegen

Vorm geven aan je lichaam:
Je schedel is rond > je hoofd is rond



Slide 17 - Diapositive


Je strekt je arm om je pen te pakken hoort bij:
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vorm

Slide 18 - Quiz


Iemand stoot met zijn schouder tegen je borstkas aan hoort bij:
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vorm

Slide 19 - Quiz


Je staat rechtop tegen de muur om je lengte te meten hoort bij:
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vorm

Slide 20 - Quiz


Je ziet je eigen schaduw op de grond  hoort bij:
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vorm

Slide 21 - Quiz


Waarom worden je hart, je longen en je hersenen goed beschermd door je skelet?

Slide 22 - Question ouverte

Schedelbeenderen
Bovenkaak



Onderkaak



De schedel beschermt je hersenen
Je wervelkolom draagt je schedel

Slide 23 - Diapositive

schedelbeenderen
onderkaak
bovenkaak
schedel

Slide 24 - Question de remorquage

opperarm
ellepijp
spaakbeen
botten van de hand
dijbeen
knieschijf
scheenbeen
kuitbeen
botten van de voet
arm:
been:
ledematen

Slide 25 - Diapositive


bot 1 =
A
ellepijp
B
opperarm
C
spaakbeen
D
botten van de hand

Slide 26 - Quiz


bot 2 =
A
ellepijp
B
opperarm
C
spaakbeen
D
botten van de hand

Slide 27 - Quiz


bot 3 =
A
ellepijp
B
opperarm
C
spaakbeen
D
botten van de hand

Slide 28 - Quiz


botten 4 =
A
ellepijp
B
opperarm
C
spaakbeen
D
botten van de hand

Slide 29 - Quiz

opperarm
ellepijp
spaakbeen
botten van de hand
dijbeen
knieschijf
scheenbeen
kuitbeen
botten van de voet
arm:
been:
ledematen

Slide 30 - Diapositive

been
dijbeen
knieschijf
scheenbeen
kuitbeen
botten van de voet

Slide 31 - Question de remorquage

Skeletbouwer = preparateur

Slide 32 - Diapositive

botten laten drogen in de zon
1 bot = ongeveer 25 kg
het skelet van de potvis lijkt op het skelet van de mens.

Slide 33 - Diapositive


Een potvis is gestroomlijnd. Bij welke functie van het skelet hoort dit?
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vorm

Slide 34 - Quiz


Een potvis gebruikt zijn staartbotten om te zwemmen. 
Welk orgaan heeft hij nog meer voor nodig om zijn staart te bewegen?
A
spieren
B
zuurstof

Slide 35 - Quiz


Hoeveel ledematen heeft een potvis?

Slide 36 - Question ouverte

Huiswerk: namen van het skelet leren
                    namen van het skelet invullen

Slide 37 - Diapositive