Ontdek het zonnestelsel

Ontdek het zonnestelsel

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het zonnestelsel is en welke planeten erbij horen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Wat weet jij al over het zonnestelsel?

Wat is het zonnestelsel?

Het zonnestelsel is een verzameling van planeten, manen, asteroïden en andere hemellichamen die om de zon draaien.

Leg uit wat het zonnestelsel is en wat erbij hoort.

De zon

De zon is een ster en het middelpunt van ons zonnestelsel.

Vertel over de zon en zijn rol in het zonnestelsel.

De planeten

Er zijn acht planeten in ons zonnestelsel: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.

Noem de namen van de planeten en hun volgorde vanaf de zon. Laat de leerlingen de planeten opnoemen.

Bewegingen van de planeten

De planeten draaien om de zon en maken ook hun eigen draaiingen om hun as.

Leg uit hoe de planeten bewegen en wat hun baan om de zon betekent.

De maan

De aarde heeft één maan die om de aarde draait.

Vertel over de maan en zijn relatie met de aarde.

Interactieve activiteit

Laat de leerlingen de planeten op volgorde vanaf de zon op een groot vel papier tekenen.

Geef de leerlingen papier en potloden om de planeten te tekenen. Help ze bij het opvolgen van de volgorde.

Samenvatting

Het zonnestelsel is een verzameling van planeten, manen, asteroïden en andere hemellichamen die om de zon draaien. De zon is het middelpunt van ons zonnestelsel en er zijn acht planeten die er omheen draaien. De planeten draaien om de zon en maken ook hun eigen draaiingen om hun as.

Herhaal de belangrijke punten van de les en beantwoord eventuele vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.