Vragers en aanbieders opdracht 3.16

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Opgave 3.16

Op een bepaalde vliegroute gelden de volgende vraagfunctie en aanbodfunctie

Qv=-0,5P+80

Qa=P-40

P= prijs in €

Qv/Qa= het aantal gevraagde/aangeboden tickets x1.000

Bereken met behulp van de Qa en Qv de evenwichtsprijs (marktprijs) die tot stand komt.
Qv=-0,5P+80
Qa=P-40

Qv=Qa

-0,5P+80
=P-40

-0,5P+120=P

120=1,5P

120/1,5=80

Evenwichtsprijs= €80

Bereken met behulp van de evenwichtsprijs de evenwichtshoeveelheid

Bereken met behulp van de evenwichtsprijs de evenwichtshoeveelheid 

Evenwichtsprijs is €80

Qv= -0,5*80+80= 40

==> 40.000 tickets

Qa=80-40=40

==>40.000 tickets 

Bereken met behulp van de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid de evenwichtsomzet

Evenwichtsomzet

TO=P*Q

80*40.000=€3.200.000

Het gevolg van een heffing

De overheid besluit om kerosine te gaan belasten met een heffing. De hoogte van de heffing is €6 per ticket. 

Hierdoor verschuift de aanbodlijn

Verschuift de aanbodlijn hierdoor naar rechts of naar links?

1. Rechts
2. Links

Bereken met behulp van de Qa en Qv de evenwichtsprijs (marktprijs) die tot stand komt.
Qv=-0,5P+80
Qa=P-46

Qv=Qa

-0,5P+80
=P-46

-0,5P+126=P

126=1,5P

126/1,5=84

Evenwichtsprijs= €84

Bereken met behulp van de evenwichtsprijs de evenwichtshoeveelheid

Bereken met behulp van de evenwichtsprijs de evenwichtshoeveelheid 

Evenwichtsprijs is €84

Qv= -0,5*84+80= 38

==> 38.000 tickets

Qa=84-40=38

==>38.000 tickets 

Bereken de heffing die de overheid binnen krijgt.

Bereken de heffing die de overheid binnen krijgt.

6*38.000=€228.000

Door de heffing van €6 is de prijs gestegen. De prijs is met minder dan €6 gestegen. Namelijk maar met €4. De heffing wordt dus niet helemaal doorberekend aan de consumenten. 

Hoeveel % van de heffing is doorberekend aan de consument?

Hoeveel % van de heffing is doorberekend aan de consument?

De heffing was €6 

De prijs stijgt met €4

4/6*100=66,7% 

Wordt het totale surplus groter of kleiner door de verschuiving van de aanbodlijn?

1. Groter
2. Kleiner