2.1 Klimaten en plantengroei

Lesdoelen 2.1 
1. Je kunt het begrip weer uitleggen.
2. Je kunt het verschil tussen tussen de begrippen weer en klimaat uitleggen.
3. Je kunt uitleggen waardoor er verschillende klimaten zijn.
4. Je kunt uitleggen welke 5 klimaatgebieden er zijn.
5. Kan je uitleggen welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lesdoelen 2.1 
1. Je kunt het begrip weer uitleggen.
2. Je kunt het verschil tussen tussen de begrippen weer en klimaat uitleggen.
3. Je kunt uitleggen waardoor er verschillende klimaten zijn.
4. Je kunt uitleggen welke 5 klimaatgebieden er zijn.
5. Kan je uitleggen welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Weer en klimaat
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Korte termijn: weer
Lange termijn: klimaat

Slide 3 - Diapositive

Weer en Klimaat

Weer

  • De temperatuur, neerslag, zonneschijn, bewolking en wind op een plaats voor een korte periode

Neerslag

  • Regen, sneeuw, hagel en mist

Klimaat

  • Als je kijkt naar het weer in een groot gebied over een lange tijd

Klimaatgebieden

  • Er zijn op aarde 5 grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.

Slide 4 - Diapositive

Waarom zijn er verschillende klimaten?
  1. Verschil in breedteligging.

  2. Ligging dicht bij of ver van de zee.

  3. Verschil in hoogteligging.

Slide 5 - Diapositive

Breedteligging

Slide 6 - Diapositive

Ligging bij zee
  • Zeewater warmt minder snel op dan land. 
  • Gebied in de zomer aan zee: koele lucht. 
  • Winter: zeewater warmer dan land. -> regen. 

Slide 7 - Diapositive

Hoogteligging = Hoe hoger hoe kouder

Slide 8 - Diapositive

Is dit weer of klimaat?
‘Het regent en er komt later mist.’
A
Weer
B
Klimaat

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 10 - Quiz

als je zegt dat vandaag het koud en nat is praat je over
A
weer
B
klimaat

Slide 11 - Quiz

'Spanje heeft zachte winters en zeer warme zomers. In de zomer valt er weinig neerslag'. Dit gaat over het ..... in Spanje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 12 - Quiz

Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn

Slide 13 - Quiz

Waarom moet je hier
wel een jack aan?
Welk verschil hoort bij deze foto?
A
verschil in breedteligging
B
ligging dichtbij of ver van de zee
C
verschil in hoogteligging

Slide 14 - Quiz

Lesdoelen 2.1 
1. Je kunt het begrip weer uitleggen.
2. Je kunt het verschil tussen tussen de begrippen weer en klimaat uitleggen.
3. Je kunt uitleggen waardoor er verschillende klimaten zijn.
4. Je kunt uitleggen welke 5 klimaatgebieden er zijn.
5. Je kunt uitleggen welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 

Slide 15 - Diapositive

 klimaatgebieden

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

De 5 klimaten
- tropisch klimaat
- Droog klimaat.
- Zeeklimaat.
- Landklimaat.
- Koud klimaat.

Slide 18 - Diapositive

Plantenzones
1. Tropisch Regenwoud
2. Steppe en woestijn,
3. Loofbos.
4. Naaldbos.
5. Toendra.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Tropisch klimaat.
Warm en veel neerslag

Tropisch regenwoud

Slide 21 - Diapositive

Droog klimaat
Warm en weinig neerslag.

Steppe en woestijn

Slide 22 - Diapositive

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Slide 23 - Diapositive

Landklimaat
Warme zomers en koude winters
Naaldbos

Slide 24 - Diapositive

Koud klimaat
Het vriest hier het grootste deel van het jaar.
Toendra en ijs

Slide 25 - Diapositive

Plantenzones
  • Dicht bij de evenaar: Tropisch regenwoud.
  • Grasvlakte zonder bomen: Steppe
  • Geen, of weinig begroeiing: woestijn
  • Bos met bomen die blad verliezen: loofbos
  • Dennenbomen en sparrenbomen: naaldbos
  • Mos, struiken gras in koud klimaat: toendra

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
droog klimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 28 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Koud klimaat

Slide 29 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 30 - Quiz

5. Sleep de juiste kenmerken bij de volgende klimaten:
Zeeklimaat
Landklimaat
Milde zomers
Warme zomers
Milde winters
Vooral veel regen
Koude winters
Sneeuw in de winter

Slide 31 - Question de remorquage

Klimaat met weinig neerslag
Klimaat met zachte winters en koele zomers
Klimaat waar het vaak vriest
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
Klimaat met warme zomers en koude winters
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Koud klimaat

Slide 32 - Question de remorquage

Zet de plantenzones op de juiste plaats in de kaart.
Toendra
Tropisch regenwoud
Loofbos
Woestijn
Naaldbos
Steppe

Slide 33 - Question de remorquage

Wat hebben we geleerd vandaag?
  •  Je kunt uitleggen welke 5 klimaatgebieden er zijn.


  • Je kunt uitleggen welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 

Slide 34 - Diapositive

INPAKKEN MAAR!
Pak  je spullen in maar blijf nog zitten

Slide 35 - Diapositive