29 jan - leenwoorden

Wat gaan we doen?

Leerdoel: 
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen.



1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?

Leerdoel: 
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen.



Slide 1 - Diapositive

Los de volgende raadsels op. 
  • eaurub = werktafel
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen
  • wlonc = grappenmaker
  • ywbooc = veedrijver

Wat valt je op aan deze woorden? Wat hebben ze gemeen?
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

OPLOSSING
  • eaurub = werktafel                                            bureau
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen          caravan
  • wlonc = grappenmaker                                   clown
  • ywbooc = veedrijver                                         cowboy

Alle woorden komen uit een andere taal. Het zijn leenwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Leenwoorden
De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden na een tijdje aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.

bureau (Frans) - meervoud?  bureaux           bureaus
baby (Engels) - meervoud?  babies            baby's

Deze les kijken we hoe je Engelse en Franse leenwoorden kunt spellen.

Slide 4 - Diapositive

Engelse leenwoorden

  • Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: latenightshow, voicemail.
  • Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel  is, plaats je een koppelteken: time-out, sit-up.
  • Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: second opinion, low budget 

Slide 5 - Diapositive

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up

Slide 6 - Quiz

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
intensive care
B
sandwich
C
smash
D
pick up

Slide 7 - Quiz

Franse leenwoorden

In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
  • accent aigu (logé)
  • accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (crêpe)
 
Andere Franse woorden schrijf je zonder accenttekens: controle, diner. 
In een woord dat echt als Frans aanvoelt, blijven alle accenttekens staan. Vooral bij woordgroepen (déjà vu).
 


Slide 8 - Diapositive

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 9 - Question de remorquage

Welk accent heeft dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 10 - Quiz

Welk accent heeft dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 11 - Quiz

Welk accent heeft dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 12 - Quiz

Aan de slag!
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 252-253)


Klaar?
Lees dan in je leesboek 
óf  
maak opdracht 6 en/of 7 (blz. 253).
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive