Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slumdog millionaire, deel 2
Slide 1 - Diapositive
Wat vond je van de film?
Slide 2 - Question ouverte
Opdracht A
Slide 3 - Diapositive
Salim en Jamal verdienen geld door bovenop treinen te reizen, spullen te verkopen, zakkenrollen en als afwassers.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Latika doet alsof zij een gids is bij de Taj Mahal.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Jamal en Salim gaan terug naar Mumbai om Latika te vinden.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Latika is door Maman opgevoed om doorverkocht te worden voor een hoog bedrag.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Jamal en Salim redden Latika, Maman trekt een pistool en schiet Salim dood.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Salim beveelt Jamal om weg te gaan bij hem en Latika en bedreigt hem anders te vermoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Salim krijgt een baan bij Javed, de concurrent van Maman.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Opdracht B
Slide 11 - Diapositive
A. Jamal krijgt een handtekening van de Bollywood ster Amitabh Bachchan door in een gat te springen.
B. Jamal woont samen met zijn broer Salim en hun moeder in een sloppenwijk van Mumbai.
C. Latika pakt de hand van Salim vast, maar Salim laat haar hand expres los waardoor Latika weer gepakt wordt door de gangsters.
D. De drie worden gevonden op een stortplaats door Manan, een gangster die straat kinderen bedriegt en geld laat bedelen voor hem.
E. Mijn moeder wordt vermoord tijdens de Bombay-rellen, Jamal is dan 5 jaar oud.
F. Wanneer Jamal, Salim en Latika erachter komen dat Manan kinderen blind maakt, zodat ze meer geld ophalen met bedelen, vluchten zij door op een wegrijdende trein te springen.
G. Salim en Jamal leren Latika kennen, een ander weesmeisje uit hun sloppenwijk.
1
2
3
4
5
6
7
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
Opdracht C
- In groepjes van 3
- Verzin 4 vragen en voor elke vraag 4 antwoord mogelijkheden, waarvan er 1 klopt