2.2 De spreiding van wereldsteden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2.2 De spreiding van wereldsteden

1. Je doet je telefoon in je tas.

2. Je legt je boeken op tafel.

3. Je gaat aan de slag met de topografie opdracht. Waar liggen de wereldsteden?

1. Mexico- stad 2. Kaapstad 3. Cairo 4. Delhi 5. Mumbai 6. San Francisco 7. Washington Dc 8. Sao Paulo 9. Lima

Doelen van de les

• Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden
• Je begrijpt het verschil in verstedelijkskingstempo tussen rijke en arme landen
• Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen

Opbouw van de les

- Terugblikken op paragraaf 2.1

- Topografie opdracht 

- Uitleg

- Maken van de opdrachten

Een megastad heeft meer dan 5 miljoen inwoners

1. Juist
2. Onjuist

De afgelopen 40 jaar is het aantal mensen dat in de stad woont, gekrompen

1. Juist
2. Onjuist

Een stad kan zowel een hoofdstad als een megastad als een wereldstad zijn.

1. Juist
2. Onjuist

De belangrijkste stad van Europa is....

1. Parijs
2. Londen
3. Brussel
4. Dublin

Hoe zijn de wereldsteden verspreid over de wereld?

1. Mexico- stad

2. Kaapstad

3. Cairo

4. Delhi

5. Mumbai

6. San Francisco

7. Washington Dc

8. Sao Paulo

9. Lima

Hoe kunnen we die spreiding verklaren?

Lees de volgende alinea's:

Hoe is de spreiding van grote steden?

Hoe kun je de spreiding van steden verklaren?

De spreiding van steden kun je verklaren door....

Deze 3 factoren spelen een rol

1. Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt. Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden, op kruispunten van handelswegen, langs rivieren of aan de kust.
2. Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van andere plaatsen.
3. Het koloniale verleden van een stad

Hoeveel mensen wonen in de stad en hoe snel groeit de stad?

Verstedelijkingsgraad: Het percentage van de bevolking van een land dat in de stad woont.

Verstedelijkingstempo: Het tempo waarin de stad jaarlijks groeit

Vergelijk de kaarten nog eens. Hoe kan het nou dat het verstedelijkingstempo in de 'rijke' landen lager is dan die van de armere landen?

Aan de slag!

We lezen de tekst. Daarna ga je aan de slag met de volgende opdrachten:

Groep A ( lager dan 5.5, dus onvoldoende): Alle opdrachten  + herhaling 

Groep B (5.5-7.5): Alle opdrachten + verdieping

Groep C: verkorte leerroute + verdieping

Onderstreept = verplicht