5.1 - Van bondgenoten naar vijanden

Eerste Feministische Golf
NIEUW
Paragraaf 5.1 - Van bondgenoten naar vijanden
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Eerste Feministische Golf
NIEUW
Paragraaf 5.1 - Van bondgenoten naar vijanden

Slide 1 - Diapositive

Koude oorlog 
'Ideologische vijandigheid en een wapenwedloop tussen de Sovjet-Unie (en haar bondgenoten) en de Verenigde Staten (en haar bondgenoten)'

Slide 2 - Diapositive

KOUDE oorlog
NOOIT opschrijven
We noemen de Koude oorlog niet 'koud' omdat het daadwerkelijk koud was. Dit antwoord is altijd fout en maakt mij aan het huilen, dus nooit invullen!

Slide 3 - Diapositive

KOUDE oorlog
WEL opschrijven
Ken je de uitdrukking 'in het heetst van de strijd'? Een oorlog wordt vaak geaccocieerd met woede en hitte en vlammen. 
Tijdens de Koude oorlog hebben de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten nooit (direct) tegen elkaar gevochten. De oorlog was dus 'koud'...


Slide 4 - Diapositive

Wie is de beste?
In het begrip koude oorlog heeft het over een 'ideologische strijd'. Een ideologie is een denkwijze over mensen en de maatschappij. 

De ideologie van de Sovjet-Unie was het communisme.
De ideologie van de Verenigde Staten was het kapitalisme.

Tijdens de Koude oorlog proberen zij elkaar te bewijzen dat hun ideologie het beste is.

Slide 5 - Diapositive

Bewijzen?
Tijdens de Koude oorlog proberen zij elkaar te bewijzen dat hun ideologie het beste is.
Bijvoorbeeld:
  • Wie kan tijdens de Tweede Wereldoorlog het eerst Berlijn veroveren en Hitler gevangen nemen.
  • Wie heeft de beste economie?
  • Wie heeft de beste, grootste en meeste wapens? (wapenwedloop)
  • Wie kan het eerste een man op de maan zetten? 

Slide 6 - Diapositive

Race naar Berlijn 
1944
Wie kan tijdens de Tweede Wereldoorlog het eerst Berlijn veroveren en Hitler gevangen nemen? Deze strijd noemen we 'De Race naar Berlijn'

De Amerikanen kwamen vanuit West-Europa (Normandië in Frankrijk, D-Day).
De Sovjet-Unie kwam vanuit hun eigen land uit het oosten.
De Socjet-Unie wist uiteindelijk Berlijn te bevrijden. Hitler had zelfmoord gepleegd. 

Slide 7 - Diapositive

Invloedssfeer

Na de Tweede Wereldoorlog raakt Europa verdeeld. Er ontstaan twee invloedssferen. Een invloefdssfeer is een gebied waar een land invloed heeft.


Slide 8 - Diapositive

Twee machtsblokken

Er kwam steeds meer tegenstelling tussen de S-U en de V.S.. Er ontstonden twee machtsblokken:

  • Stalin wilde een bufferzone van bevriende staten om zich heen. Dit gebied moet beschermen tegen een westerste aanval. Hij maakte deze gebieden communistisch = Oostblok
  • V.S. steunden finanicieel de West-Europese landen. Deze werden democratisch en kapitalistisch = Westblok

Slide 9 - Diapositive

Einde samenwerking
Aan de samenwerking tussen de S-U en de VS ontstaan door de Tweede Wereldoorlog komt in 1946 definitief een eind. 

George Kennan, diplomaat in Moskou stuurt een telegram naar Amerika.
Hierin schrijft hij wat de 'ware bedoelingen' van Stalin, de leider van de S-U zijn.  
De Sovjet-Unie zou de gehele westese democratische wereld willen vernietigen. 
Hij heeft geen bewijs. 

Slide 10 - Diapositive

Dominotheorie

Slide 11 - Diapositive

Indamming
Als reactie op het telegram en de dominotheorie onstaat in de VS de containmentpolitiek. 
Containment = indammen. 

Bij de containmentpolitiek proberen de Amerikanen om de verspreiding van het communisme te voorkomen. Als je de communistische landen isoleerd dan zal het communisme vanzelf instorten. 


Slide 12 - Diapositive

Economische
indamming
Na de Tweede Wereldoorlog werd in sommige landen het communisme steeds populairder en het kapitalisme juist niet. 

Daarom bood de VS vanaf 1947 economische steun aan Europese landen, ook aan Oost-Europa. De hulp heet de Marshallplan
Landen in het oostblok mochten van Stalin de hulp niet aannemen. De landen in het westblok deden dit wel en werden steeds welvarender. 



Slide 13 - Diapositive

Militaire indamming
In 1949 wordt de NAVO opgericht. 
Dit is een militair bondgenootschap tussen de VS, Canada en West-Europese landen. Er werd afgesproken dat de landen erlkaar zouden helpen bij een (communistische aanval).

In 1955 richten de S-U als reactie ook en militair bondgenootschap op, het Warschaupact. Hierin zaten Oost-Europese landen onder leiding van de Sovjet-Unie. 




Slide 14 - Diapositive

Domino's 
Het telegram van Kennan wordt door de Amerikaanse president Truman heel serieus genomen. 

De Amerikanen zijn heel bang voor de gevolgen van het communisme. Er wordt in de VS gedacht dat als één land communistisch werd, de buurlanden als een rij omvallende doministenen zou volgen. Dit noemen we de dominotheorie

Slide 15 - Diapositive

IJzeren Gordijn

Slide 16 - Diapositive

IJzeren Gordijn
Europa raakte tijdens de Koude OOrlog letterlijk verdeeld. Er was een IJzeren Gordijn dwars door Europa. 

De grens tussen het westblok en oostblok was een een echte grens, maar ook een ideologische grens. Er waren hekken, prikkeldraad en wachttorens. Maar ook persoonlijke redenen om niet over de grens te gaan. 

Slide 17 - Diapositive

Check vragen
Eerste Feministische Golf

Slide 18 - Diapositive

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt

Slide 19 - Quiz

Welke bewering over de
"Race naar Berlijn" is juist?
A
De Amerikanen en Russen streden om wie het eerst Berlijn had heroverd.
B
Het gevolg van deze race was een verdeling van Europa in het Engelsen en het Russische deel

Slide 20 - Quiz

Wat is een bufferzone?

A
Gebied dat tussen 2 vijanden ligt om een oorlog te voorkomen
B
Een stuk land waar buffels lopen
C
Een soort wapen uit de koude oorlog
D
Het gebied dat de SU veroverde na WOII

Slide 21 - Quiz

Wat is een invloedssfeer?
A
Een leider met veel invloed op het land
B
Gebied waar een land invloed heeft
C
Een gebied waar een ontzettend gezellige sfeer is
D
Gebied waar een land geen invloed heeft

Slide 22 - Quiz

Onder welke invloedssfeer valt Nederland?
A
Westblok en kapitalisme
B
Westblok en communisme
C
Oostblok en kapitalisme
D
Oostblok en communisme

Slide 23 - Quiz

Welke drie landen vallen onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie?
A
West-Duitsland, Polen, Hongarije
B
Oost-Duitsland, België en Tsjecho-Slowakije
C
Oost-Duitsland, Polen en Hongarije
D
Oost-Duitsland, West-Duitsland en Polen

Slide 24 - Quiz

De ¨containment¨ politiek van de Verenigde Staten hield in..
A
Het wegtrekken uit Europa door de V.S.
B
Het indammen van het kapitalisme.
C
Veel export naar Europa.
D
Het tegenhouden van het het communisme.

Slide 25 - Quiz

Wat was geen onderdeel van
'containment'?
A
Marshallhulp
B
Propaganda
C
Warschaupact
D
NAVO

Slide 26 - Quiz