H. 1.4 Schrijven en formuleren - Verslag

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Lesplanning

1. Het journaal

2. Herhaling lesstof + voorbereiding proefwerk:

- Verslag 

- Zakelijke e-mail

3. Lesafsluiting 

H. 1.4 - Schrijven en formuleren

Verslag/ e-mail schrijven

Lesdoelen

Je kan een verslag schrijven aan de hand van de

 5W + H-vragen

Een verslag schrijven

Een verslag is een beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt.

Voorbeelden van een verslag zijn: stageverslag, boekverslag, onderzoeksverslag, een verslag van een voetbalwedstrijd.

VERSLAG SCHRIJVEN

Een verslag is een tekst waarin je beschrijft wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd. Dit kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van een experiment bij techniek, een stagerapport of een beschrijving van een bezoek aan een bedrijf.

In een zakelijk verslag schrijf je alleen feiten.

In een persoonlijk verslag schrijf je ook je eigen mening. Die mening kun je op twee manieren in je verslag verwerken:

- Je schrijft eerst de feiten op. In het slot geef je je mening.

- Je wisselt feiten en mening af.

VERSLAG SCHRIJVEN

Je hebt je thuis voorbereid. Nu ga je je verslag schrijven. Hiervoor ga je de 5w+h-vragen gebruiken. 

• Stel jezelf kort voor en noem in de inleiding het onderwerp 
• 
  

• Vertel in het middenstuk de gebeurtenissen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde (signaalwoorden van tijd: eerst, toen, daarna). Hier behandel je de 5w+h-vragen uitgebreid. 
• 
  
• Slot: schrijf je mening of vat alles kort samen.
• 
  
• Bedenk een titel voor je verslag 
• 
  
• Noteer onderaan je verslag je voor- en achternaam 

Zakelijke e-mail

Zakelijke e-mail

Voorbeeld zakelijke e-mail

Zakelijke e-mail

Oefenen met een zakelijke e-mail 

1. Lees de opdracht  aandachtig door!

2. Volg de stappen en  voer de opdrachten uit

3. Schrijf je zakelijke e-mail

4. Controleer je e-mail op fouten

5. Lever je schrijftaak  in

6. Lesafsluiting

Opdracht 5

1. Kies uit tekst 2 (blz. 47) een onderwerp om een klein verslag over te schrijven. 

2. Noteer de 5W en 1H-vragen en geef daarop de antwoorden die gebaseerd zijn op jouw onderwerp. 

3. Schrijf jouw verslag op een proefwerkblaadje;

Inleiding: Waar gaat jouw verslag over? Voorbeeld: Mijn naam is... en mijn verslag gaat over...

Kern: Gebruik de 5W en 1H antwoorden. Geef ook uitleg en voorbeelden. 

Slot: Geef een conclusie of samenvatting. Laat het slot aansluiten op de inleiding

4. Lever jouw verslagje in 

VERSLAG SCHRIJVEN

Klaar met schrijven???

• Controleer je tekst:

- Staat alles erin?
- Staan de gebeurtenissen in chronologische volgorde?
- Is de tekst verdeeld in alinea's? 
- Zijn alle zinnen volledig en begrijpelijk?
-  Is de tekst goed gespeld en zijn de leestekens goed gebruikt?

Lever jouw opdracht in --> Korte break

Conventies verslag schrijven op een rijtje

1. Middenstuk: wie; wat; waar; wanneer; waarom; hoe (5W+H-vragen) en gebeurtenissen in chronologische volgorde (signaalwoorden voor tijd: eerst, daarna, toen etc.)

2. Slot: conclusie/ samenvatting/mening

3. Inleiding: introductie van je verslag/ kort antwoord op 5W+H-vragen .

4. Titel : opvallend, kort en aantrekkelijk!

5 W+H-vragen? In welk tekstgedeelte beschrijven?

middenstuk

Wie? 

Wat?

Waar?

Waarom?

Wanneer?

Hoe?

Huiswerk

In tweetallen

-Bekijk eerst het filmpje op de volgende dia.

-Beantwoord de 5W + H vragen over wat er gebeurt in dit filmpje

-Schrijf mee tijdens het kijken

-Let op de volgorde van gebeurtenissen (chronologisch)

Les 2 - Verslag schrijven

Kijkopdracht

In tweetallen

-Bekijk eerst het filmpje op de volgende dia.

-Beantwoord de 5W + H vragen over wat er gebeurt in dit filmpje

-Schrijf mee tijdens het kijken

-Let op de volgorde van gebeurtenissen (chronologisch)

 Kort verslag schrijven

• In tweetallen 
• Beschrijf in een chronologische volgorde wat er in dit filmpje gebeurde. Denk hierbij de aan de signaalwoorden van tijd.
• Schrijf hele zinnen/ geen opsomming.
• Zorg dat je verslag een inleiding, middenstuk en een slot heeft.
• Aan het eind van de les nabespreken

Wat heb je van deze les geleerd?