Les 1 - tekstsoorten en tekstdoelen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1

tekstsoorten en tekstdoelen

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je:

• Wat een tekstsoort is;
• Wat een tekstdoel is;
• Van verschillende teksten aan te geven welk doel de teksten hebben.

Welke tekstdoelen ken je?

Welke tekstsoorten ken je?

Informatieve teksten

• Vaak veel tekst
• Feiten
• Bronvermelding
• Zonder mening (neutraal)

Wat is dit voor tekstsoort?

1. Adviesrubriek
2. instructie
3. advertentie
4. een verzoek

Activerende teksten/overhalen
(reclame bijvoorbeeld)

- zet aan tot actie; je moet iets gaan doen(aanmelden bij een school of cursus)

- iets kopen, ergens op klikken...enz.

- is (bijna) altijd subjectief(mening)

- advertorial lijkt op een artikel/recept/nieuwsbericht, maar bevat sluikreclame

Instruerende teksten
handleiding, uitleg, enz.

Schrijver geeft instructies en legt uit hoe je iets moet doen.

• Stap voor stap (als eerste, vervolgens, tot slot, enz.);
• Gebiedende wijs (Voeg nu de eieren toe, steek nu de stekker in het stopcontact);
• Vaak afbeeldingen;
• Geen meningen

Betogende/overtuigende teksten(ingezonden brief bijvoorbeeld)

Schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening.

• Mening geven;
• Onderbouwen met argumenten;
• Lezer proberen dezelfde mening te laten overnemen;
• Soms proberen de lezer te activeren, maar vooral overtuigen van mening

Amuserende/verhalende teksten

De schrijver wil de lezer vermaken.

• Verhaal vertellen;
• Doel is dat de lezer het leuk vindt;
• Vaak fictieve (verzonnen) teksten.

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. activerende tekst
3. instructieve tekst
4. verhalende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. instructieve tekst
4. verhalende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. betogende tekst
3. instructieve tekst
4. verhalende tekst

Welke van onderstaande is een tekstsoort?

1. Een artikel
2. Amuseren
3. Informeren
4. Instrueren

Opdrachten deze week

StartTaal:

• 2F | Lezen | Opbouwopdrachten | Tekstsoort | opdracht 3
• 2F | Lezen | Opbouwopdrachten | Tekstdoel | opdracht 3