paragraaf 4.1 uitleg

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

4.1 Energiebronnen

Par. 2: Water in beweging

Deze les:

• Heb je alle spullen bij je?
• Wat weet jij al?
• Uitleg: Paragraaf 4.1

Heb je al je spullen bij je?

1. Ja
2. Nee, boek vergeten.
3. Nee, schrift vergeten.
4. Nee, alles vergeten.

Energie

Energie = Het vermogen om arbeid te verrichten.

Waarvoor gebruik jij energie?

Hoe komen we aan de stroom die uit het stopcontact komt?

Energiebronnen

Primaire energiebronnen

Primaire energiebron = Energiebron die bij verbranding direct zorgt voor energie.:

• Aardgas, aardolie, steenkool, hout, stromend water, wind en de zon.

Secundaire energiebronnen

Secundaire energiebron = Energiebron die ontstaat door het verbruiken van een primaire energiebron, bijvoorbeeld elektriciteit opgewekt met steenkool of kernenergie.

Thermische elektriciteitscentrale

Uitputbare energiebronnen

Uitputbare energiebronnen = Energiebron die je maar één keer kunt gebruiken, en die als een voorraad in de ondergrond zit.

 - steenkool, aardolie, aardgas en uranium

 - voorraden kunnen opraken:

• Duurt miljoenen jaren voordat ze ontstaan.

• Mensen halen ze in razend tempo uit de grond.

Hernieuwbare energiebronnen

Hernieuwbare energiebronnen = Energiebron die niet opraakt, zoals stromend water, wind en de zon.

Waarom stijgt het energieverbruik als de welvaart toeneemt?

► Energieverbruik is sterk gestegen en zal blijven stijgen: oorzaken:

● Bevolkingsgroei

● Groei welvaart