NT2 1 december

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Alfabetisering NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Eerste helft van de les op studiemeter.
Tweede helft van de les >  tekst & Sinterklaasquiz.

Slide 2 - Diapositive

Quiz
ga naar:
www.lessonup.app/code

Slide 3 - Diapositive

Grote Sinterklaas Quiz

Slide 4 - Diapositive


Wat is de hele naam van Sinterklaas ?
A
Sint Maarten
B
Sint
C
Sint Nicolaas
D
Nicolaas

Slide 5 - Quiz


Hoe heet het hoofddeksel van de Sint?
A
Tabberd
B
Hoed
C
Kroon
D
Mijter

Slide 6 - Quiz


Welk Sinterklaas liedje hoor je hier? 
A
Zie de maan schijnt door de bomen
B
O kom er eens kijken
C
Sinterklaasje kom maar binnen....
D
Zie ginds komt de stoomboot

Slide 7 - Quiz


Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan ? 
A
Spanje
B
Turkije
C
Zweden
D
Mexico

Slide 8 - Quiz


Hoeveel pepernoten worden er perjaar gemaakt in Nederland? 
A
1 Miljoen (1.000.000)
B
3 Miljard (3.000.000.000)
C
60 Miljoen (60.000.000)
D
95 Miljoen (95.000.000)

Slide 9 - Quiz


Welke letter is de meest verkochte chocoladeletter?
A
S
B
P
C
E
D
M

Slide 10 - Quiz


Hoeveel chocoladeletters worden er per jaar in Nederland verkocht ?
A
5.000
B
1 Miljoen (1.000.000)
C
500.000
D
14 Miljoen 14.000.000

Slide 11 - Quiz


Hoe heet dit liedje ? 
A
Sinterklaas is jarig
B
zie ginds komt de stoomboot
C
O kom er eens kijken
D
Dag Sinterklaasje

Slide 12 - Quiz


Hoe heet het paard van Sinterklaas sinds vorig jaar? 
A
Amerigo
B
Ozosnel
C
Schimmel
D
HopHop

Slide 13 - Quiz


Hoe _______  zijn paardje het dek op en neer.

Slide 14 - Question ouverte


Zie, ginds komt de stoomboot 
Uit Spanje weer aan!
Hij ________ ons Sint Nicolaas 

Slide 15 - Question ouverte


Wat is het verkleinwoord van :
Pepernoot

Slide 16 - Question ouverte


Sinterklaas loopt over het dak
wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Sinterklaas
B
Loopt
C
Het
D
Dak

Slide 17 - Quiz


Sinterklaas loopt over het dak
wat is het onderwerp in deze zin?
A
Sinterklaas
B
Loopt
C
Het
D
Dak

Slide 18 - Quiz


Sinterklaas koopt cadeaus voor de kinderen.
wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Koopt
B
Sinterklaas
C
Cadeaus
D
voor de kinderen

Slide 19 - Quiz


De pepernoten piet vult zakjes met 8 pepernoten. Hij maakt 7 zakjes
hoeveel pepernoten heeft hij nodig ?

Slide 20 - Question ouverte

Met wat voor soort boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
Stoomboot
B
Speedboot
C
Roeiboot
D
Cruiseschip

Slide 21 - Quiz

Welke lekkernij zie je op deze foto?
A
speculaas
B
marsepein
C
taai taai
D
pepernoten

Slide 22 - Quiz

Er komt nu een filmpje. Let goed op, want na het filmpje komt er een vraag!

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Welke drie zaken worden onderzocht?
A
bloed, ontlasting, baardhaar
B
vingerafdruk, baardhaar, botten
C
bloed, vingerafdrukken, botten
D
ontlasting, baardhaar, botten

Slide 25 - Quiz

Maak de zin af.
Hoor de wind waait....
A
langs de daken
B
door de bomen
C
door de hoge bomen
D
over zee

Slide 26 - Quiz