Writing a letter: Pitfalls - klas 4

Writing an email: pitfalls 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Writing an email: pitfalls 

Slide 1 - Diapositive

Start brief

Datum: 21 January 2022

De mail wordt begonnen met: Dear Judith; Dear Henry; 

Dear Sir/Madam(je kent de persoon niet) 



Afsluiting brief 

Afsluitende zin is altijd: 
I hope to hear from you soon.
I look forward to see you again 

Je sluit de brief af met Regards, Love, of Take care,

Onderaan komt je volledige naam. 

Slide 2 - Diapositive

To do:
Gebruik alinea's: verdeel de punten per onderwerp (wat hoort bij elkaar) en laat tussen alinea's een regel wit. 

Slide 3 - Diapositive

Tips and tricks!
Let op je spelling en grammatica:
  • Gebruik de juiste tijden 
  • Begin de zin nooit met een voegwoord (and, but, because, so, etc)
  • Let op de zinsvolgorde (wie-doet-wat-waar-wanneer)
  • Schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter
  • Denk aan het juiste gebruik van a/an 
  • Schrijf schoolvakken, talen etc. met een hoofdletter 

Slide 4 - Diapositive

Mind your grammar!

Slide 5 - Diapositive

Mind your punctuation!

Slide 6 - Diapositive

Mind your spelling!

Slide 7 - Diapositive

Woordvolgorde
De normale volgorde van woorden in het Engels is:
wie + doet + wat/wie + waar + wanneer

- Sem works at Mc Donald's on Sundays.
- My parents are going on holiday to Malta tomorrow.
- I gave flowers to my girlfriend last week.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Zet in de goede volgorde:
wants - to visit - in England - John- me - next summer

Slide 10 - Question ouverte

saw - we - in Spain - on the campsite - each other

Slide 11 - Question ouverte

Meervoud in het Engels

Slide 12 - Diapositive

Basisregel - plural
In het Engels zet je een -s achter het woord 
om een meervoud (plural) te maken. 
one alligator  - two alligators 
one dog  - two dogs 
one spider  - two spiders 
one construction worker  - two construction workers 
 

Slide 13 - Diapositive

 Let op !! 
Als een woord op een medeklinker + y eindigt wordt het -ies. 
one body - two bodies 
one baby - two babies 
maar eindigt een woord op -ay, -ey, -oy, -uy, 
dan blijft de -y en zet je er gewoon -s achter. 
one day - two days 
one guy - three guys 
 
Als het woord eindigt op -f/-ve verandert dat in -v/-ve. 
one knife - two knives 
one thief - two thieves

Slide 14 - Diapositive

 Let op!
Als het woord eindigt op -f/-ve verandert dat in -v/-ve. 
one knife - two knives  / one thief - two thieves 
 Als het woord eindigt op een s-klank, dan zet je -es achter het woord
one kiss - two kisses  / one box - two boxes  / one church - four churches 
one bus - two buses 
  Als het woord eindigt op een medeklinker + o, wordt het -oes 
potato - potatoes  /hero - heroes.

Slide 15 - Diapositive

meervoud van:
hobby

Slide 16 - Question ouverte

meervoud van:
knife

Slide 17 - Question ouverte

meervoud van:
tomato

Slide 18 - Question ouverte

Veel gemaakte fouten:
I am a sixteen year old boy --> I am a sixteen-year-old boy

Im very happy --> I'm very happy (met apostrophe) 

I don't know a lot from your city --> I don't know a lot about your                         city

Slide 19 - Diapositive

Veel gemaakte fouten:
Schoolvakken: 
Nederlands = Dutch   Duits = German   Economie =  Economics
Maatschappijleer = Social studies    Biologie = Biology

I am going to stay at/by you --> I am going to stay with you
Can you tell please more about it? --> Can you tell more about it                                            please

Slide 20 - Diapositive

Vertellen over je school
I am on the Regius college --> Je zegt dat je op het gebouw zit

Hoe dan wel?

I go to the Regius College
The name of my school is Regius College

Slide 21 - Diapositive

With me everything is going good
(met mij gaat alles goed)

Slide 22 - Question ouverte

I really have much sin in it
(Ik heb er veel zin in)

Slide 23 - Question ouverte

Will you make a picture from us?
(Wil je een foto van ons maken?)

Slide 24 - Question ouverte

Maken

Schrijfvaardigheid opdr. 1 t/m 7
Leesteksten 8,9,10

Slide 25 - Diapositive