Via Vooraf thema 1 Familie en vrienden H1 Moeilijke woorden les 2

Thema 1
Familie  en vrienden

Hoofdstuk 1 Moeilijke woorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 1
Familie  en vrienden

Hoofdstuk 1 Moeilijke woorden

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. nakijken vorige les
2. leerdoelen bespreken
3. quiz 
4. instructie samenwerk opdracht 
5. samen oefenen
 afsluiten


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen vorige les
1. Je leert nieuwe woorden begrijpen binnen het thema familie en vrienden

2. Je leert hoe je deze woorden goed kunt schrijven
3. Je leert zelfstandig werken​
- je werkt alleen
- je concentreert je op je werk
- het is stil in de klas

Je leert verantwoording nemen voor je eigen werk

Slide 3 - Diapositive

Nakijken vorige les
Opdracht 2, 3 en 4

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je leert nieuwe woorden begrijpen binnen het thema familie en vrienden

2. Je leert hoe je deze woorden goed kunt schrijven

3. Je laat zien dat je goed kunt samenwerken 

Slide 5 - Diapositive

Iemand die je kent
A
herinnering
B
kennis
C
contact
D
relatie

Slide 6 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
kennis
B
kenis

Slide 7 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
aanpassen
B
aanpasen

Slide 8 - Quiz

Iets dat echt bij een persoon, dier of ding hoort
A
emotie
B
gewoonte
C
eigenschap

Slide 9 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
vertrauwen
B
vertrouwen

Slide 10 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
herinnering
B
herrinering
C
herinering

Slide 11 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
contakt
B
contact

Slide 12 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
nationalitiet
B
nationaliteit

Slide 13 - Quiz

Je aanpassen aan iets of iemand
A
rekening houden met
B
aanpassen
C
vertrouwen
D
afspreken

Slide 14 - Quiz

Nabespreken
Een persoon leest zijn/haar zin voor

De andere luisteren of de zin klopt

Welke woorden waren moeilijk om te schrijven?​

Slide 15 - Diapositive