Beco H10 Schenken en erven deel 1 (opgave 1 t/m 9c) zonder antwoorden

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Vragen Hoofdstuk 10

Pak je opgavenboek erbij en lees de teksten bij de vragen.

Hst. 10 begint op blz. 73

Vul de antwoorden in deze les in.

Controleer de antwoorden

10.1
Is in de tekst sprake van een schenking?

10.2 a
Hoe kunnen Olov en Norma voorkomen dat de schoonzoon voordeel heeft van de schenking?

10.2 b
Moet de schenkingsvorm van antwoord a door een notaris worden geregeld? Beargumenteer!

10.2 c Hoe kan worden voorkomen dat de schenking en het vermogen van het huwelijksvermogen strikt gescheiden bljven?

10.3 a
Wat is een schenking onder bewind?

10.3 b
Noem de 3 verschillende rollen bij een schenking onder bewind

10.3 c
Wanneer eindigt volgens bovenstaand concept het bewind?

10.3 d
Moet de begiftigde dan alsnog het schenkingsrecht betalen?

10.4 a
Noem 2 redenen om een notariële schenkingsovereenkomst te sluiten

10.4 b
Wat is het voordeel om de grond nu aan zijn kinderen te schenken?

10.4 c. Hoe kan Steven voorkomen dat zijn kinderen de grond verkopen?

10.5 a De ...1.... van de schenking is altijd verantwoordelijk voor de te betalen schenkbelasting. Het fiscaal systeem kent verschillende ......2..... waardoor minder of geen schenkbelasting is verschuldigd. Het tarief van de schenkbelasting is afhankelijk van ......3......

10.5 b Welke voordeel heeft iemand die een schenking doet aan een SBBI?

10.5 c
Wat is het voordeel van een SBBI om deze status te hebben?

10.6 a
Leg uit waarom Lana niet haar hele vermogen wil schenken

10.6 b Is de schenking van Lana aan haar kinderen en kleinkinderen fiscaal aftrekbaar in de inkomstenbelasting? Leg uit

10.6 c en d

Gebruik voor c en d de tabellen van de schenkbelasting in het theorieboek (blz. 134).
Lana besluit € 100.000 te schenken aan haar zoon en kleinkinderen

10.6c Hoeveel jaar kan Lana schenken als zij ieder jaar de maximale vrijstellingen gebruikt?

10.6 d Bereken de totale schenkbelasting die aan de Belastingdienst moet worden betaald als Lana in een jaar
€ 40.000 aan haar zoon schenkt en € 12.000 aan ieder kleinkind.

10.7 a Waar kun je controleren of een instelling een ANBI status heeft?

10.7 b Bereken het fiscaal voordeel van een gewone gift van € 500 van Evi en Jens aan het WNF.

10.7 c
Noem 2 verschillen tussen een gewone gift en een periodieke gift

10.7 d
Bereken het fiscale voordeel per jaar

10.8 a
Noem naast de 90 % eis nog 2 belangrijke voorwaarden om aan de ANBI status te voldoen.

10.8 b
Vind je het terecht dat de Belastingdienst controleert of een instelling met een ANBI status ook echt voldoet aan de eisen?

10.8 c
Bereken het fiscaal voordeel van Mulle per jaar door deze constructie. Veronderstel dat Mulle genoeg verdient om het in een tarief van 52 % te laten vallen.

10.9 a
Wat is het verschil tussen een schenking en een gift?

10.9 b
Waarom bestaat er een grotere vrijstelling voor het schenken van bedrijven?

10. 9 c Leg uit waarom een onderneming minimaal 5 jaar moet worden voortgezet om duurzame voordelen te behouden