H4 Werkt dat zo? 4.3 Hoe ontstaat werkloosheid? (Pincode 6e editie)

Welkom!
H4 Werkt dat zo?

4.3 Hoe ontstaat werkloosheid?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
H4 Werkt dat zo?

4.3 Hoe ontstaat werkloosheid?

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?


- Herhalen 4.2 Hoe werkt de arbeidsmarkt?

- 4.3 Hoe ontstaat werkloosheid?
- Tussentijds zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 4.2
Je kunt nu

- Uitleggen wat de arbeidsmarkt is √
- Uitleggen waarom er meer of minder werk kan zijn √
- Benoemen welke redenen er zijn dat mensen werken √

Slide 3 - Diapositive


Waaruit bestaat de vraag naar arbeid? Er zijn 2 antwoorden mogelijk.
A
Alle bezette arbeidsplaatsen
B
Alle mensen die werken
C
Alle werkzoekenden
D
Alle openstaande vacatures

Slide 4 - Quiz

Lees de vier gevolgen van economische groei en zet ze in de juiste volgorde

1. meer mensen hebben een inkomen
2. er is meer vraag naar producten
3. bedrijven verhogen hun productie en zoeken extra werknemers
4. consumenten kopen meer producten
A
3,2,4,1
B
1,2,4,3
C
2,1,4,3
D
1,4,2,3

Slide 5 - Quiz

Maak de stelling kloppend

Er is sprake van werkloosheid als het aanbod van arbeid groter/kleiner is dan de vraag naar arbeid

Slide 6 - Question ouverte

Als het slecht gaat met de economie, daalt/stijgt de werkloosheid

Er is dan sprake van een tekort/overschot op de arbeidsmarkt

Het aantal mensen dat bereid is betaalde/onbetaalde arbeid te doen, neemt dan toe

Zij doen dit werk vanwege economische/sociale redenen

Slide 7 - Diapositive

Antwoord
Als het slecht gaat met de economie, stijgt de werkloosheid

Er is dan sprake van een overschot op de arbeidsmarkt

Het aantal mensen dat bereid is onbetaalde arbeid te doen, neemt dan toe

Zij doen dit werk vanwege sociale redenen

Slide 8 - Diapositive

4.3 Hoe ontstaat werkloosheid?
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

- Benoemen welke soorten werkloosheid er zijn
- Uitleggen waardoor werkloosheid ontstaat
- Uitleggen waarom werklozen zich inschrijven bij het UWV

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Soorten werkloosheid
Structurele werkloosheid = werkloosheid doordat bedrijven blijvende veranderingen doorvoeren in de manier van produceren

- productie verplaatsen naar het buitenland
- machines en robots nemen het werk over
- stoppen met het maken van verouderde producten

óók structurele werkloosheid als vraag naar en aanbod van arbeid niet op elkaar aansluiten --> werkzoekenden hebben niet juiste opleiding

Slide 11 - Diapositive

Soorten werkloosheid (2)
Conjuncturele werkloosheid = tijdelijke werkloosheid doordat de vraag naar goederen en diensten tijdelijk afneemt. Door:
- lonen dalen (mensen kopen minder)
- export neemt af (buitenland wil minder uit Nederland kopen)
- bedrijven investeren minder 
- overheid besteedt minder geld

--> verdwijnt weer als het beter gaat met economie

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk 
timer
10:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 26 t/m 31 op blz 114 en 115. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 10 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 10 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 13 - Diapositive

Opgave 26 blz 114

Philips verplaatst de productie van starters voor tl-verlichting van Terneuzen naar Polen. Eerder ging de productie van spaarlampen ook al naar een Poolse fabriek.

Welke oorzaak van structurele werkloosheid hoort hierbij?
A
machines en robots nemen werk over
B
stoppen met het maken van verouderde producten
C
Productie verplaatsen naar buitenland
D
werkzoekenden hebben niet de juiste opleiding voor de vacatures

Slide 14 - Quiz

Opgave 27 blz 115: Bekijk het plaatje in je boek

Welke oorzaak van structurele werkloosheid zie je op de afbeelding?
A
machines en robots nemen werk over
B
stoppen met het maken van verouderde producten
C
Productie verplaatsen naar buitenland
D
werkzoekenden hebben niet de juiste opleiding voor de vacatures

Slide 15 - Quiz

Opgave 28 blz 115

Een van de taken van het UWV is zorgen voor omscholing voor werkzoekenden. Leg uit hoe hierdoor de structurele werkloosheid kan afnemen.

Slide 16 - Question ouverte

Opgave 29 blz 115

Een transportbedrijf moet truckers ontslaan omdat de hoeveelheid vracht naar Duitsland sterk is afgenomen

Welke oorzaak van conjuncturele werkloosheid hoort hierbij?
A
Lonen dalen
B
Export neemt af
C
Bedrijven investeren minder
D
Overheid besteedt minder geld

Slide 17 - Quiz

Opgave 29 blz 115

De loonbelasting wordt met 10% verhoogd, werknemers houden een lager nettoloon over.

Welke oorzaak van conjuncturele werkloosheid hoort hierbij?
A
Lonen dalen
B
Export neemt af
C
Bedrijven investeren minder
D
Overheid besteedt minder geld

Slide 18 - Quiz

Opgave 29 blz 115

De overheid investeert minder geld in nieuwe wegen, bij wegenbouwers worden daarom mensen ontslagen.

Welke oorzaak van conjuncturele werkloosheid hoort hierbij?
A
Lonen dalen
B
Export neemt af
C
Bedrijven investeren minder
D
Overheid besteedt minder geld

Slide 19 - Quiz

Opgave 29 blz 115

Bedrijven wachten met de aanschaf van nieuwe machines en voertuigen.

Welke oorzaak van conjuncturele werkloosheid hoort hierbij?
A
Lonen dalen
B
Export neemt af
C
Bedrijven investeren minder
D
Overheid besteedt minder geld

Slide 20 - Quiz

Opgave 30 blz 115

Zet deze zinnen over conjuncturele werkloosheid in de goede volgorde

1. Bedrijven verlagen hun productie
2. Overbodige werknemers worden ontslagen
3. De vraag naar arbeid bij bedrijven neemt af
A
1,2,3
B
1,3,2
C
3,2,1
D
2,3,1

Slide 21 - Quiz

Opgave 31 blz 115

Het stijgende inkomen van consumenten zal vooral in 2017 een boost geven aan de bestedingen die met 2,9 procent zullen stijgen. Dat is de sterkste stijging van de consumptie in 17 jaar.

Conjuncturele werkloosheid zal hierdoor afnemen/toenemen
A
afnemen
B
toenemen

Slide 22 - Quiz

Soorten werkloosheid (3)
Frictiewerkloosheid = je bent werkloos in de periode tussen einde school en starten nieuwe baan

Seizoenswerkloosheid = werkloos omdat het werk alleen in bepaalde periode van het jaar of seizoen er is (kerstbomen verkopen)

Regionale werkloosheid = in sommige regio's van het land is de werkloosheid hoger dan in andere delen

Slide 23 - Diapositive

Geregistreerde en verborgen werkloosheid
Geregistreerde werkloosheid = dat deel van de werkloze beroepsbevolking dat ingeschreven  staat bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen);
            - inschrijving bij UWV verplicht om WW-uitkering te krijgen (WW = WerkloosheidsWet)
            - UWV helpt bij vinden nieuwe baan
            - via UWV kun je je laten omscholen

Niet geregistreerde werkloosheid = werklozen die niet ingeschreven staan bij UWV

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) verzorgt uitkeringen zoals WW en WAO en helpt werkzoekenden bij het vinden van werk

Slide 24 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk 
timer
10:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 32 t/m 36 op blz 116 en 117. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 10 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 10 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 25 - Diapositive

Opgave 33 blz 116

Welke soort werkloosheid komt veel voor bij jongeren die net van school komen?
A
conjuncturele werkloosheid
B
seizoenswerkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
regionale werkloosheid

Slide 26 - Quiz

Opgave 34 blz 116

Het aantal WW-uitkeringen in de land- en tuinbouwsector neemt flink toe in de wintermaanden. In deze periode is er voor veel arbeidskrachten geen werk. In het voorjaar en in de zomermaanden stijgt de vraag naar werknemers weer.
Welke vorm van werkloosheid is dit?
A
structurele werkloosheid
B
seizoenswerkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
regionale werkloosheid

Slide 27 - Quiz

Opgave 35 blz 117

Rolf werkte tot voor kort bij een autodealer, maar omdat de verkopen teruglopen, is hij ontslagen. Hij heeft zich bij het UWV ingeschreven om een WW-uitkering aan te vragen. Maak de stellingen kloppend:

1. In Rolfs geval is sprake van conjuncturele/structurele werkloosheid
2. Hij hoort bij de geregistreerde/verborgen werkloosheid
A
1. structurele 2. geregistreerde
B
1. structurele 2. verborgen
C
1. conjuncturele 2. verborgen
D
1. conjuncturele 2. geregistreerde

Slide 28 - Quiz

Opgave 36 blz 117

Sibel heeft 10 jaar als reisleidster in Turkije gewerkt. Terug in Nederland is ze op zoek naar een andere baan. Ze heeft geen recht op een WW-uitkering en schrijft zich daarom neit in bij het UWV. Maak de stellingen kloppend:

1. In Sibels geval is sprake van frictiewerkloosheid/seizoenswerkloosheid werkloosheid
2. Zij hoort bij de geregistreerde/verborgen werkloosheid
A
1. frictie 2. geregistreerde
B
1. seizoens 2. verborgen
C
1. frictie 2. verborgen
D
1. seizoens 2. geregistreerde

Slide 29 - Quiz

Samenvatting blz 117
Werkloosheid die ontstaat door blijven veranderingen: structurele werkloosheid
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen: conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is: regionale werkloosheid
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren: frictiewerkloosheid
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is: seizoenswerkloosheid
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV: geregistreerde werkloosheid
Werklozen die zich niet hebben ingeschreven bij het UWV: verborgen werkloosheid

Slide 30 - Diapositive

Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu

- Benoemen welke soorten werkloosheid er zijn √
- Uitleggen waardoor werkloosheid ontstaat √
- Uitleggen waarom werklozen zich inschrijven bij het UWV √

Slide 31 - Diapositive